Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 15

No. 213
Heden zeventien Aprilnegentienhonderd twaalf
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Gustaaf Bernardus Willemse, meubel
maker, geboren en wonende alhier, oud twee
en twintig jaren, meerderjarige zoon van An
dries Willemse, overleden en Anna Maria
van der Vinden, zonder beroep, wonende alhier, en
Elisabeth de Nies, zonder beroep, geboren en
wonende alhier oud zeven en twintig jaren, meer
derjarige dochter van Hermanus de Nies, over
leden en Geertruida Jansen, zonder beroep
wonende alhier
De beide moeders verklaarden, voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den ze
venden en veertienden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als gebuigen waren tegenwoordig: Albertus Gouw, schoenma
ker, oud twee en vijftig jaren, Willem Willemse
broeder des echtgenoots, blikslager, oud zes en dertig
jaren, Daniel Antonius Johannes Schillewald
zwager des echtgenoots, suikerbakker oud twe
en dertig jaren en Hermanus Mulder suiker
bakker, oud drie en twintig jaren, allen wonen
de alhier
e zeventien April-
A
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Hendrik van Spellen, werkman, gebo
ren en wonende alhier oud achtentwintig
jaren, meerderjarige zoon van Jacobus van
Spellen, metselaar, wonende alhier en Helena
Maria Roverts overleden, en
Johanna Alberta de Haas, zonder beroep
geboren en wonende alhier oud een en twintig
jaren, meerderjarige dochter van Joannes
Albertus de Raas, overleden en Sara Albertus
zonder beroep, wonende alhier
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverbinderd geschied, alhier den ze
venden en veertienden dezer
Ik heb bruidegom en Bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten/ zullen vervullen, welke door de wet aan den buwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren/tegenwoordig.

akte, welke overee
GB. Wilbmge A. Gouw
de Nies D A J Schillervat
Drreceee
A M vd vinden H Willemr
HeHulden
G Jansen
Goedgekeurd de doorhaling dezer bladzijde, wegens
abuisieve beschrijving.
De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
Brede