Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 14

No. 211
Heden elf April negentienhonderd twaal
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Jacobus Hermanus Johannes Harmsen lood„
gieter, geboren en wonende alhier, oud negen en twin
tig jaren meerderjarige zoon van Johannes Francis
cus Willebrordus Harmsen, hoofdopzichter bij den
dienst der Publieke Werken der gemeente Amster
dam en Josephine Geertruida Maria Andreoli
zonder beroep, beiden wonende alhier, en
Johanna Maria Antonia de Jongh, zonder
beroep, geboren en wonende alhier, oud twee en
twintig jaren, meerderjarige dochter van Albertus
de Jongh, grossier in grutterswaren, wonende alhier
en Geertruida van Hensbergen, overleden
De ouders des bruidegoms en de vader der bruid
verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe te stem„
men in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den
een en dertigsten Maart laatstleden en den
zevenden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als gebuigen waren tegenwoordig: Jacobus Jozephus Andreas-
Andreoli, oom des echtgenoots schoorsteenveger„
oud acht en vijftig jaren, Wilhelmus Johannes
de Jongh, oom der echtgenoote, winkelier, oud vier
en vijftig jaren Theodorus Bernardus Marie Bon
sen, zwager des echtgenoots, klerk bij de Rijksverzeke
ringsbank en Josephus Theodorus Marie Harmsen
broeder des echtgenoots, broeder dis inspecteur bij de
Gemeente Telefoon, oud vier en twintig jaren, allen wo
nende alhier, zijnde de derde getuige zeven en twintig jaren oud
Goedgekeurd de doorhaling van twee geschreven woorden in den drie en
dertigsten regel van boven
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
NNo. 212
Heden zestien April negentienhonderd twin„
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Simon Hartog, koopman, geboren te
oss, wonende te Londen in Engeland, oud
drie en twintig jaren, meerderjarige zoon
van Hartog Hartog, koopman en Marjan
na van den Bergh, zonder beroep, beiden wo
nende te Nijmegen, en
Elisabeth Amalia Philips, zonder be
roep, geboren en wonende alhier, oud twee
en twintig jaren, meerderjarige dochter van
Isaac Tobias Philips en Jeannette Elias,
beiden overleden
De ouders des bruidegoms verklaarden, voor
mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen
echt
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverbinderd geschied, alhier den
vier en twintigsten en een en dertigsten Maart
laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staan
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Simon Jacobus Philips
oom der echtgenoote, geneesheer, oud vijf en vijftig
jaren, wonende alhier bleazar Elias oom der
echtgenoote, koopman, oud veertig jaren wonen
de te Tilburg, Jacob Hartog, broeder des echtgenoots
koopman, oud zeven en dertig jaren en Isaac
Hartog, broeder des echtgenoots, koopman, oud vier
en dertig jaren, beiden wonende te Nijmegen
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
J:H J Harmen J J A Andnwver
W.J. de Jongh.
J. M. A. de Jongt
JJWHarman JB. M Bouder Zloate v/
J. G. M. Andreele JJstannen
A:d Jonst
D.F J: Vhilips
C Starten.
LA. Brilepe
Whliari
Wo
HVartog
BH
O
M vd Buyn
Jaals