Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5075, inventarisnummer 993B, pagina 388

Eijnde
438

Compareerde voor my Jan Bolca, openbarel
der Getuijgen hier naergenoemt Gerrit
Gerrit BHuijstimmerman, wonende alhier zoo hij seijde
dwags
op Bomensloot, Ende bekende wel ende deughdel.
schuldigh te wesen Jacob Dircx Swamerdam
houtcoper, offte des wettigh Thoonder deser, de
Somme van vier hondert Carolus guldens, a twintich
stuvers Idem, Spruytende uyt saecke van goede
gerede ende hem aenhetelde penningen bij hem, wel
ende ten vollen tot tiven Contentemente vanden
selven Jacob Dircxsz ontfangen, Belovende mits dien
de voorseijde vier hondert guldens, met ten Interesse
derselve tegens vijff per cento, synde twintigh gul.
Jaellicx overt gebruyck vande selve, des voorn.
Jacob Dircxsz offte deschoonder als vooren E
de schadeloos te betalen over een Jaer naer dat
Deser, voor de betalinge van welcke hoofftsomme
metten Interesse als vooren totte volle affquitinte
ende voldoeninge toe Adam Duijfskens Cammelotter
woonende inde Bamendesteegh swager vande selven
Gerrit Gerritsz voo my notario ende der
naergenoemden getuijgen (mede verschijn ende sich
Borge onder rentiatie vande benefitien, ordinis et
excussionis hals vanderselve Effecten door mij notarion
bekonnende onderecht te sijn) geseelt heefft, ende
beloofft de voorseyde vier hondert metten Interesse
als voorenselver te betalen soo de voorn. Gerrit
Gerrit Bin swagen daer van gebreecke ware
verbindende daer vooren beijde zoo borge als orgmeld
debiteur hine respective persoven ende goederen hebbend
ende verkryhende, waer die gelegen zijn offte bevonden
zullen worden, die alle, ende de kenne van dien subject
maeckende alles heeren hoven, Rechter, ende Rechteren
Justiriabel ende Amestabel, Ende belooffde de voorss.
Gerrit Gerriszo voor Bijneborge bederomme
indenaeren, onder gelijcke verbandt ende submissio als voren
versoeckende hier van Acte, ende beyde mij notaris
toestaende, doeden voorn. Jacob Dircxz te levenen Aldcs
gepasseert bnen der voors. stede ten huijse vanden voors.
Jacob Dircxsz op den tweden Janarij @ xvic vierenveertigh
int lijwesen van Joannes Willjp wijnop, ende willem Joosten
van wastenchoff hout wercken als getuijgen e goede gelae
met mi
val Jan Gerritsz
helfts gestelt
t merck
opre
Adam Duijskens
Johannes Willijm
van willem Joosten
quod attestor
het merck
6
stelt
J: Boscknots
bij hemselffs