Browse transcripts » Amsterdam City Archives

archive access 5009, inventory number 1150, page 37

Op heden den ddertienden Fbruary des Jaars Achttienhonderd Acht-en-Dertig,
des margen ten Tien uren, zijn voor ons Ondergeteekende, als Wethouder,
daartoe ingevolge Art. 95 van het Stedelijk Reglement door den Ed. Achtb. Heer Burgemeester.
benoemd: verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan,
ean Theodor Koppec, Suikerbukker
gebaren te Ossenberg, Pruissen, marnde
alhier, aud acht entwintig farin, meer
derjarige zoan van Françcois K oppee.
Christine de Wey, beide uuvrleden, ter Een
annetje Kruijk dunstbaar, gebaren
en wonende alhier aud moen en dertig
Jariie, n ierderarige dachter van
Jacobus Kruijk, in Alieda van der
Plas, Oude oerleden, ter andere zyde
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet
van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het
Register der Afkondigingen, behoorlijk zonder verhindering alhier een huid der
Vierden in Elfden dezer ten 2e en gebaortn
en doopcedullin der verloofdin.- ten 3e de
doodCedullin hunner Ouders. tn 4e acti
causta turende het overlyden van de Groot
Ouders des windigaens, in de identiteit
zyner moeder. - En verklaarde aun de
kruid mat de andergemelde getuigen
ander aanbod van Eede de onteekende
der plaats van overlyden of laatste
waarplaats hwier Grotouders.
waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man
en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose, van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van
„tendijk Zuyfdryg
oham Herman
ond vir en dertig, Frudrich Wilhelm
Vogel, broudbakker and EEchtendertig
ohan Henrich Engelbrecht, Pustier,
akker oud vier en twintig, in de„
Meister als vuren iend vier in tui„
tig Jarn. woumde allen alhier,
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend.
Börene teaamenscherpereel.
Kvwiyk
H: Enrendijk J: H: EngMrecht
Woegal
A Muytg
waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man
en Vrouw, het welk door hun, ieder in het bijzonder, uet is bezoiwoord zijnde, hebben wijin
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van
Hendrik Schroder, tapper oue veertig, Heren
Heinrich Morkmann, suikerbakker dus vieu
en twintig, Jare Andries Schoemaker met
laar oud zes en twintig, in Herman
Heinrich Rovenkotter, Tuiker bakker
oud Een en twintig Jaren. wonende acte
alhier.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend.
J F Schnasmeijer t saarmeschorpenrees.
JSmm
M Deegman V H H 11/
J Noster Keben burg
& Hd dn Hr H Rosonholte
H
J A Schoenwkren
tv0f 33
Op heden den Veertienden February des Jaars Achttienhonderd Acht-en-Dertig,
des wargin ten Tiin uren, zijn voor ons Ondergeteekende, als Wethouder,
daartoe ingevolge Art. 95 van het Stedelijk Reglement door den Ed. Achtb. Heer Burgemeester
benoemd: verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan,
ohann Fridrich Schnatmeier Suher
bakker, gebaune te Bunde, Pruissen, wonende
alhier, oud Vierendertig Jann, mierder
jarige zaan van Henrich Iungen Schnat
meier, in Anne Marie Ilsabeim Holtkan
meer laatste maan plaats vnbekend is, tig Eenen
Maria Wiegman dimtbaar, gehar
en nanende alhier oud dertig jaren, meg
derjarige dichter van Jan Wiegman
overleden, en Joharina stekelen burg
zonder beroep, man ende alhier ter andere
zyde.— En cansentwede de inoeder der
bruid perseneel in dezen Echt
De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet
van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het
Register der Afkondigingen, behoorlijk zonder verhindering alhireschiid din
Veerdus in elfden dezer. tig 2e de doopse
deellin den verloofden. — ten 3: de doodce deel
Van den Vader der bruid. En mekt aarde
Eens de lumdegom met de ondergeelde
Getuig in ander aanbad van lede de aubie
kindheid der plaats van overlyden op
laatste maanklaats zyner Ouders en
Groitouders
waardate er afzonder heh
en Vrouw, het welk door hun, ieder in het bijzonder, uet is bezoiwoord zijnde, hebben wijin
naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde
Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van
Hendrik Schroder, tapper oue veertig, Heren
Heinrich Morkmann, suikerbakker dus vieu
en twintig, Jare Andries Schoemaker met
laar oud zes en twintig, in Herman
Heinrich Rovenkotter, Tuiker bakker
oud Een en twintig Jaren. wonende acte
alhier.
Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben
geteekend.
J F Schnastmeeser HHaarmschermmrus,
JSmm
nian
HW.