sËi?—Ï?O1
E.1058/45
Regiment—Limburg
Stoottroepen Te Velde, } Febr.1945
Staf Limburg
Onderwerp; Toestand onder de arbeiders gedurende de laatste jaren
* te Aken.—
£ijne Heeren,
Hier volgt een kort relaas van-ons vertrek_en verblijf
in Duitschland.- _
24 November 1942 kreeg ik en nog circa 600 textielar-
beiders in Tilburg bevel om op 27 November naar Duitschland te ver-
trekken.— Het was voor ons een medeloos vooruitzicht, want wij
zouden als hulparbeiders in diverse metaalfábrieken te werk ge—
steld worden.— Ik zelf'had al een eenigszins leidende positie in
een textielfabriek veroverd, na eerst twee jaar dagtextielschool
en daarna nog 9 jaar avondschool gevolgd te hebben.- Toch was mijn
stemming tamelijk goed, trouwens van allen.— Toen wij naar Keulen
vertrokken waren wij nog vol goede moed.— In de treinen werd er
nog geschertst en gezongen.- Maar toen wij in het doorgangslager
in Keulen waren, werd het al anders, want daar lieten zij ons al
een voorproefje zien van wat ons te wachten stond.- Úij werden
daar ingekwartierd in enorme groote barakkenlagers.- Vuile barakken
vol ongedierte.— Doodmoe kwamen wij daar aan en werden met grauwen
en snauwen of wel, als men niet oppaste, ook nog met slagen ont-
vangen.— Wij bleven daar maar een nacht, daarna (ons convooi was
intusschen tot 2000 man aangegroeid met slachtoffers uit Eindhoven
en alle Hollandsche plaatsen, die wij in de trein aandeden) werden
wij in groepen verdeeld en werden we verspreid over diverse
plaatsen in Duitschland.- Ik kwam met vier kameraden in Aken te—
recht.— In dat kamp in Keulen zagen wij een heele partij Russische
mannen en vrouwen, die, zooals de bewakers ons vertelden, ziek en
ongeschikt waren om te werken.- Die moesten hier wachten tot zij
naar Rusland terug konden of hier dood gingen, wat veel gebeurde,
werd ons verteld.- Zc zagen er vreeselijk uit.— Als etenspannetjes
hadden zij oude conserveblikken en ook wel nachtspiegels.- Dat
greep mij erg aan en ik had veel medelijden met hen.— Tij gaven
hen dan ook uit onze, van thuis goed gevulde koffers, zooveel
etens- en rookcrswaren, als wij konden misscn.— Haar, zooals wij
al gauw zagen, werden zij bij ons met slagen en trappen weggejaagd.-
Toen wij in Aken aankwamen werden wij aan onze Lagerführcr voorge-
steld, een echte vette Pruis.— Ons welkom was: "Als jullie goed
oppassen is het goed, maar anders......" en dan werd ons een revol—
ver en een gummistok getoond.— Dat was duidelijke taal.-
De eerste acht maanden ging alles tamelijk goed.— Er waren wel eens
klachten over, dat wij met eten en roeken tekort werden gedaan,
maar als wij bij het A;BEÏDSFÀONT klaagden, werd het Wel weer een
beetje beter.— Ook viel dat niet zoo op omdat wij in het begin
volop pakketjes kregen met eten van thuis en wij mochten zoo om de
6 weken naar huis.» Maar omdat het in Nederland, door het steeds
op grootere schaal stelen van den bezetter, steeds moeilijker werd
om wat te sturen en wij in Duitschland steeds minder kregen, werd
het voor ons steeds slechter.— Dat duurde zoo tot de eerste groote
aanval op Aken van 44 op 15 Juli 19h2 's nachts.— Hij kregen alle
op een slinksche manier verlof.- Ik bleef twee maanden thuis en emp
dat ik intusschen kennis had gemaakt met een Russisch meisje, dat nu
mijn vrouw is en die ik graag wilde halen, ben ik teruggegaan.— Sinds-
dien ben ik niet meer thuis geweest.— Omdat er veel jongens niet of