Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-4, inventarisnummer 188, pagina 12

tot dies d'selve Put voor
sijn keuptrents mede
onderhoudende
Drie ofte Vier
mette gront
ende enre daer
tien behoren
onderhoudende
„ vrijen
Dies d'selve Put voor
in keupkeits mede
De sulligen
Sijn
4.
mede sulcx
boven septembris
neelt uijtganck
boven seven stver.
neelf uijtganck
naer
Op huijden den xxjen April 1629 Compareerde
voor my Jan van Vechoren nots ende d'onders
getuijgen, hendrick Hendricksz borger ende
met selver alhier binnen Utrecht, ende maijchgen
mus van Geersbergen echte luijden, Ende
verclaerden in even vasten stadigen erffcoop
vercoft ie hebben aen Dirck van Cronenburch
mede boriger Tuth, die mede Compareren
oock bekende in copere aen te nemen seeckene
Drie Cameren ofte woningen,, staende
ende gelegen aende noortsijde vande Stelverstitel
van alhier binnen Utrecht met alle t'heve daer
inne en tien aent ende naegelvast is,
een uutganck tot op de bree straet
streckende voor vande stukete tot met
welverstaende dat de vercopens oock sullen
mogen gaen opde puth opde vercofte erff
staende mette woninge de vercopers
de competerende ende negenwoordich bewoont worden
bij Uw een Sergiant Wilbert. Ende
voorts d'voorsz vercofte huijsingen bespielt
ende vercoft van in aller voegen ende in uuren
de brieven de vercopers verleent bij Willem
Wer Eem raeckencoper Ende dat
voor d'somme van ende d'selven Ven Eem
die ontfangen heeft willem by
Ende dit voor d' somme van elff
en cooppen. den Coper tot syne laste nemen
willich ver decreet mede brengen sijn
hondert vijff ende t'seventich gul¬
Te betalen in minderinge van welcke
zullen alsulcke hooftsommen ende renten
als bij Sententie vande Gerechte der
Stadt Utrecht bevonden sull worden
daer op geijpot een queert te
Ende van de resterende cooppen. betalende
meert