Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-4, inventarisnummer 216, pagina 15

Op huijden den xixen Januarij anno 1644. filo nutigh Comp. de Voor mij Gerrit van Waey openbaer Nots. by den Ed. hove Van Utrx geadmitteert, ende het my hen onders hier toe beregaireert. Cornelis Jansz wonende todt souswyck, mij notaris bekent Ende bekende voor hem ende hen Erffgenaam deuchtlick schuldich te zijn. Gerrit Willemsz en bour borger Trip: of zyns rechts hebbende, dse.e van Driehouden gul. ter saecke van aen hetelen pen. bij hem compt. vande selven ontss: In het alveerden geleeontfangen. Belovende daeromme hy compt Voor hem ende zijne erffges, dselve Driehondert huljaer haver van gemelte de Bout off zyns rechts hebbende in goeden gefalveerden gelde te restitueren Wastelavonts peerdemerckt naestcomende schouder lanzer vertreck, ende hem daer voor tot vermannen te doen sufficiente verseeckenen tzyns compts coste Stellende hem de Bout nijettemin tot verseeckeren Vandien special. in handen, twee bruijne meyperden dene met een bles, ende d'ander met el col, mit 18 s. twee tweejaren voolpeerden, mede bruijn teen een cleyn collichhen, ende d'ander een groote dol hebben, welcke peerden middelretyt wesen zullen Ine bewaren van Sebastiaen Adriaensz Opdorp die alhier mede compareerde bekende d'selve Vier peerden t'zyns de Bouts behoeve ende verseeckeren ledoch tot Corn. Jansz pericale in cas van sterven off andersins, in zijne bewaringe te hebben omme die open gemelte peerdemerckt, ten meesten oirbaer te vercoper is daer wt tvoorsz Driehondert O