Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-4, inventarisnummer 245, pagina 11

kisten off
ofte ten huijse van
Pierre Marrij
sergeant de la
compagnie de
Monsieur d’Auccamp
te samen bij elcander
woonende inde
huijsinge
hoorlijcke forme. Aldus gedaen tot recht van
anco van Bolshuijsen ende Isbrant van Toorn
woonder Utre als getuijgen hier toe versocht die
se neffens de respective Compten ende mij nots:
acht hebben ten jare ende dage voorsz.
ten huijse vande gemelten heere van Pendrecht
ter presentie
Bolshuijsene
Jan Diercks boers
Isbrant Jansz van toorg
Henr: Ruijschen
te brengen
ƒ 38:16:
Nots
Op huijden den xxvijen Maij 1638 Compareerde voor
mij onderschreven Nots: is hooffs van Vtrs. ende die getuijgen
nabutsz Salomon Sergeant sweert vaager ende
borger tot Amsterdam mij noto. bekent, ende
verclaerde dat Guillaume Rossignol sergeant
de la compagnie van heere capitain d Eestrade
hebbende ^ guarnison gehouden binnen Utrecht
hem Compt. schuldich was de somme van ses hondert
gul. vermogens obligatie ons nots ende getuijgen
thoont van date den xxen Septemb. xviC seven
ende dartich, ende geleth den voorn. Rosslignol
veel te lang ende buijten gissinge van hem Compt.
sich van sijne compagnie ende van dese landen was
absenterende waer uijt hij Compt beducht was dat
denselven deser werrelt mochte wesen overleeden
soo wast dat hij daeromme mij nots versocht
hadde ende versochte mits desen dat ick dese naboss
t'coffers alse een groen ende een swart Item twee
kisten van with vuijrenhoudt deen grooter als
d'ander tesamen niet ijsere banden ende met ijser
in beslaegen staende op de solder ende daer toe noch
ende een middelmaetich eijcken kasten staende int
voorhuijs ten huijse van Jenne Meuris geleegen
e
compagnie van de voorsz. voorz. Pieter Schip
onder vande voornekenne Meuris met mijn cachet
en soude willen toezeegelen, twelck alsoo geschiet
met believen