Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-1, inventarisnummer 2283, pagina 15

het gehuurde ter mest leggen. En zal al de mest op
het gehuurde vallende en gemaakt wordende daarop
moeten blyven, zonder dat de huurder daarvan its
boven de in artikel vier vermelde sal voeders zal
mogen vervoeren, doen en laten vervoeren, of verkoopen;
zullende al het vee van den huurder tot op den dag
waarmede de huur eindigt op het voorzeide gehuurde
moeten gehouden worden.
Ten zevenden. Dat de huurder in cas van vernieu„
wing der rieten of stroosen daken daartoe het stroo
moet leveren tegen betaling van vyf guldens voor
elke vern: blyvende het dekloon in alle gevallen voor
rekening van den verhuurder
Ten achtsten. Dat de huurder by het eindigen der
huur zonder onderscheid of dit het derde of zesde
Jaar is de helft der voorzeide bouwlanden met rog zal
mogen bezaayen waar van de verhuurder de derde
garf en de huurder de overige twee derde garren ge„
nieten zal volgens gewoonte.
Ten negenden.. Dat de huurder zal genieten het hak„
hout om het eerste stiek bouwland achter de weide
achter het Huis gelegen aan de oostzyde van de zoo„
genaamde) oude Wijk en strekkende van de weide tot
aan het eerste dwarsslootje en dan nog het hakhout
op de wal voor het schapenhok langs den uitweg mits
al het zelve niet ouder of jonger hakkende dan op het
zesde Jaar; ook zal hy jaarlyks acht roeden turf mogen
baggeren, ter plaatse hem door den verhuurder aantewy„
zen mits de slootzoden in het uitgebaggerde gelyk leg„
gende.
De verhuurder belooft om aan de voorzeede gebouwen
de noodige reparatien te laten doen.
De verhuurder behoudt aan zich:
„
Ten eersten De voorkamer boven de kelder thans by
de weduwe van Hendrik Budding van den Verhuur„
—
der in huur gebruikt wordende.
Ten tweeden. Eene weede ten oosten de Hofstede„
—
Ten derden Alle boomen waardie staan en van wel„
ken aard die zyn mogen mitsgaders al het hakhout
reeds gepoot zynde en verder gepoot zullende worden
niets uitgezonderd dan alleen het geen by Artikel
Negen aan den huurder is toegestaan.
Ten vierden Berging in de schuren voor zoo veel treef„
hout, stroo en andere zaken als de verhuurder goed„
vinden zal.
Ten vyfden. Om bepootingen op de landen te doen
zoodanig en waar de verhuurder zal goedvinden
Tent zesden. Om in dewee en hooilanden jaarlyks
zoo veel turf te laten baggeren als de Verhuurder zal
verkiezen, mitsgaders de strooying en dik daartoe noo„
dig.
Boven en behalve de vorenstaande lasten, bedingen,
voorwaarden en voorbehoudingen is deze huur aange„
gaan en gesloten om en voor de somme van drie
honderd en zeventig guldens jaarlyks. welke de huur
der belooft en zich verbindt om elk Jaar op den ver„
schyndag aan den Verhuurder ter zyner woonstede
hier boven opgegeven of aan den houder van de
grosse dezer akte die zyn regt van den Verhuurder
ontleent te betalen in gouden of zilveren muntspe„
ciën, gangbaar geld volgens den cours van heden en
op geene andere wyze. Verklarende de huurder dat
in het vertrouwen van de stipte naarkoming dezer
overeenkomstin dit huurcontract is aangegaan.
Tot de betaling der voorzeede pachtpenningen op den
tyd en wyze als hier voor is bepaald, als mede tot de