Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-1, inventarisnummer 2241, pagina 13

marij 1319
in
N:o 4.
Kopp N:o 1975. Register der aangiften
„
te Amerongene
den Vijfden Januarij 1819 is gecompareerd de Heer Josmith,
s Notaris, te Veenendaal die verklaard heeft dat hy den zes„
den January 1819, ten verzoeke van Hendrik van Overeem,
te Scherpenzeel en ten huize van Wouter van Berkhorst, te
Renswoude zal overgaan tot het verkoopen van Bakhuit
M
en Turt hem toebehorende. Waarvan hij heeft verzocht acti
en deze heeft geteekend. /get. J Smith. Voor komeconform de
1
Ontvanger is geteekend: Beugel.
In het jaar Een duizend Achthonderd en negentien den Zes„
den January, des voormiddags ten elf uren, is door Jan
Smith, openbaar Notaris, residerende te Veenendaal kanton
Rhenen, Provincie Utrecht; in tegenwoordigheid van de nage„
noemde, mede ondergeteekende getuigen, te Renswoude, ten
huize van Wouter van Berkhorst, tapper: ten verzoeke van
—.
Hendrik van Overeem, landbouwer, wonende te Scherpenzeel„
overgegaan tot den openbaren verkoop van het nabeschreven
hakhout en twrl, staande in de Gemeente van Renswoude, op
de volgende lasten, conditien en bevalingen.
Ten eerste dat de verkooping geschiedt voetstoots: zonder in
maat of qualiteit gehouden te zyn.
Ten tweede voor guldens van Een honderd cents, boven tien
cents op elken koop gulden, voor onkosten der verkooping
en het regt van registratie, en op ieder perseel voor den af„
slager tien cents.
Ten derde: de betaling der kooppenningen al moeten ge„
schieden op den vyf en twintigsten July dezes jaars Achttien
honderd en negentien, aan handen en ten kantore van den
voornoemden Notaris Jan Smith te Veenendaal, in gouden
of zilveren muntspeciën, naar den cours van dezen dag, en
op geene andere wyze; terwyl de voldoening der voorzeide
onkosten dadelyk by den verkoop zal moeten geschieden.
Ten vierde het te verkoopene blyft met den toeslag ten