Blader door transcripties » Het Utrechts Archief

archieftoegang 34-1, inventarisnummer 2214, pagina 27

En ter gemelde dispositie koo
mende in krachte van de on
doniantie der gedagte Stadt
Rheenen,
verklaaren de comparanten te pra„
legateeren en vooruittemaaken
„
aan ider van hun zes kinderen
namelijk Neeltje, Margaretha
Hendrina Hmberd, willem Adri„
aan, en Willemina Dedrica Bud
ding een zomme van Zestien
Honderd guldens, en bij voorover
lijden van een ofmeer, aan der
zelver wettige afkomelingen inder
zelver vaders ofmoeders plaatze
Aan ider hunnen kind of kinderen
welke op ’t overlijden van de angst
leevende der comparanten mog
ongetrouwd zal of zullen zyn de
zomma van zes honderd gulden
En dat Ieegens het geene der Com
parantens gehuwde kinderen
van hun ten huwelijk genooten
hebben,
voorts nog aan dezelve hunne
kind of kinderen welke op het
overlyden desangstleevende nog
18
ongetrouwd zal of zullen zyn, de Huy
zinge Schuur, en Erve staande, en
geleegen binnen de stad Rheenen
voornoemd teegen over de kruis
straat bij de Comparanten be
woond wordende
item een huisje en Erve inde Grut
tersstraat binnen dezelve stad
door de Comparanten gekogt van
de Diaconie armen van Rheenen
mits daar voor in der Comparan
tens gemeenen boedel inbrengen
de de somma van Duizend gul
dens
Aan hunzoon Willem Adriaan
Buddingh de Hofsteede, met alle
deszelfs Landerijen genaamd de
Segel item de Landen genaamd
het verbrande Ere uitmaakende
verscheide Perzeelen, geleegen en
staande te Achterberg onder de
Iurisdictie der Stad Rheenen
alles zo als Ryk Ianzen t zelve
thans in huure is gebruikende
Eik
voorts een hoteboome Burean
mits denzelve voor dit alles in
der Comparantens gemeenen
boeder, inbrenge de zomma
van Twee Duizend vyfhonderd
guldens.
1