Blader door transcripties » Regionaal Archief Tilburg

archieftoegang 2009, inventarisnummer 41, pagina 9

compareerde voor mij Cornelis van Vossel openbaer
Nots. bij den Ed:Mo: Ende van Brabant qu
’s graevenhage, geadmitteert binnen de vrijheijt Ooster
residerende ende de gelooff getuijgen naegenoemt
Heer Roeloff Luijcken der welcken heeft bekent gel.
doet bij des schuldich te wesen aen Adam Jan
schoenmaeckers voorende tot reiteringe als vooght
vande weeskinderen van Sr. Huijbrecht schoenmaeckers
ende tot derselver kinderen behoeve. De somme van twee¬
hondert gulden Capitaels, spruitende over goeden geleende
gelde, wederom te geven van heeden over eenen erstcomen
jaere met interest daerbij tegens vijff gulden
cento, den welcken, ingevalle voor langer onderhou¬
dinge (doch met believen vande voors. crediteur sal
soo sal loopen naer advenant des tijts, totte volle ende
effectuele betalinge toe verbindende den voorss. deken
daervoren sijnen persoon ende goederen hebbende als vercrijgende
geene uijtgesondert, waer ende op wat plaetse de
de soude mogen bevonden worden Aldus gedaen ende ge¬
op den 21 Maij 1678 ende de resentie van
Ende tot meerdere versekeringe vanden voorss. Crediteur
is alsnu mede gecompareert Maria Jespers Wed.
van Adr van Canters woonende op steenhoven alhier
geassisteert, mij Notario als haeren in desen gecoft vooght
dewelcke verclaerde haer te stellen ende te constitueren
als borge ende principale schuldenaer soo voor
het voorss. Capitael als te verloopene interessen onder
renuntiatie de benefitien ordinis et excussionis de
borgen naer rechten competerende, alsmede van het
benefitie senatus consulti velliam antentie
qua mulier de vrouwe naer rechte competerende
haer houdende vanden effecte vandien volcomentl.
onderricht verbindende daer voor heeren persoon ende
goederen hebbende als vercrygende, salva indemnitate
dwelck den voorn. Debiteur sijnen borge mits desen
is gelovende, onder verbant als voor Aldus gedaen
ende gepasseert ten comptoire van mijns Notaris op de
25 martij 1678 ter presentie van Adriaen Jespersoen
ende Resper de Cornelis als getuygen hier toe versocht ende
gebeden
Hendrick Roelof Luijcken
hant merck van Maria Respers, wede. van de
Corn Canters
hant merck van de Resper Corn
hant merck van Jesper Adri Cornelis
Mij Toirconde
vors. Nots. pub
ƒ
1678
Compareerde voor mij Corn voor vorssel openbaer
den Edelmogende Rade van Brabant in ge¬
geadmitteert binnen de vanheijt Oosterhout en
ende de gelooffweerdige getuijgen naergenoemt en
Anthonis Willemssen woonende op de haerse hoeff
Tilborgh, soo hij Comparant verclaert den
bekent schuldich te wesen aen Jan voor
potmaecker tot Oosterhout voorss. de somme
hondert gulden capitaels spruijtende over
gelde, wederom te geven den achten
meert deses jaers 1677 met alsdan een in
tegens ses gul. per cento, denwelcken sij
lander onderhoudinge, doch met believen van
nederdar altijt soo sal loopen is
tijts, totte volle ende effectuele betalinge
verbindende hij Comparant daer voor sijnen
ende alle sijne goederen egeene uijtgekeert
als vercrygende, waer ende op wat plaet
selve soude mogen bevonden werd Aldus
ende gepasseert ten woonhuijse minst
presentie van Herman de Mathijs
van Olden als getuijgen hier toe voors.
Actum den 18 Januarij 1677.
Dit is hant keuck van de Ant¬
Willemssen alsoo hij verclaert niet te comen schae¬
Hennen Adriaensen Rijnsz
Jan van Clemen
Present
M
De voors
1677
2
112
de
11
1
e
ƒ
is