Blader door transcripties » Gemeentearchief Schiedam

archieftoegang 243, inventarisnummer 761, pagina 9

Op huijden den xijen: Januarij Ano. xvjc. Tweentsestich Compareerde voor mij Maerten kouwenhove Openbaer Nots., bijden Ed: Hove provinciael van 6 Hollandt geadmitteert residerende, binnen der stede Schildam ter presentie vande ondergenomineerde getuijgen Geertgen Thonis dr. wedue wijlen Jacob Gerritsz Schoute woonende binnen deser Stede Verclarende ende te kennen gevende, hoe dat de Hr. Johan Hoden pijll Raedt, regeerende Schepen ende Fabrijcque deser Stede op haer Comparantes versouck heeft aengenomen commissie ende ordere te sullen te geven, omme ist doenl. vuijt de Turcxe slavernie te lossen eenen Heijndrick Robberechte haer comparanten swager, die met het Schip Prins Wilhem, daer Schipper op was Heijndrick Cornelisz dam van deser Stede, door de Turcken genomen ende tot Algiers opgebracht is, Tot welcken eijnde de voorn. Hr. Hodenpijll albereets heeft ontfangen vuijthanden vande Regenten der diaconie deser Stede de somme van Vier hondert car: guldens, maer vermits de selve ontfangen penningen, tot vrijmaeckingh en de verlossinghe van den voorn. Heijndrick Robberecht. op vere nae niet connen strecken, soo heeft sij Comparante Geertgen Thonis dr. belooft ende aengenomen, gelijck sij belooft bijdesen, soo haest als de Wisselbrieff vande Rantsoen penningen, sal wesen gecomen, in handen vande voorn. Hr. Hoden pijll te sullen betalen, het gene boven de voorss. Vier hondert gulde te cort soude mogen comen ter son van noch Ses hondert gulde toe, tot welcke somme ende voorde voldoeninge vandien, verbindende sij