Blader door transcripties » Brabants Historisch Informatie Centrum

archieftoegang 7128, inventarisnummer 151, pagina 8

binnen de stad Grave woonachtig, welke zich zullen ver„
binden, een voor al, en al voor een onder afstand van de
gewone voorrechten als principale pagter, zo te voldoening
der Hagtpenningen als ter nakoming en prestatie van
(den geheelen inhoud dezer Conditien en voorwaarden
Artikel 3.
De betaling der uitgeloofde Pagtpenningen zal geschieden
ten kantore van den onwanger der beschreve middelen
of die geene welke met den ontvangst der Stads inkomsten
zal worden gechargeert op den vijf en twintigste December
Een duyzend acht honderd vyftien voor het eerste, en zo voorts
van ieder pagt Jaar, en qued gangbaar goud of zelver geld,
gemient in de vereenigde Nederlanden; op perie van te
betalen twee Stuyver van ieder Gulden, overstaan geld
wanneer den pagter op dien tyd of uitterlyk veertien daagen
daarna zyne beloofde Jagtpenningen niet zal hebben
betaald:
Artikel 4.
Tot goedmaking der kosten op deze verpagting vollende, zal
den pagter gehouden zyn, om dadelyk na de finale toe„
vyzing, ten kantore van den voornoemde notaris
boven en onverminders zyne uitgeloofde pagtpenne
gen, te betalen de somme van Tien Gulden tien stuijver
Hollandse munte voornoemd
Artikel 5.
zonder speciaal Consent van den Heere Burgemeester of de
geene welke met d’administratie der stads goederen zal
zijn belast, zal den pagter gedurende den loop dezer Jags ter
mijn, de voornoemde kamp niet mogen maarsen of hoogen
noch ook door schapen, maar alleen met Runderdhee„
moeten beweyden, op pore van te verbeuren vyf en
twintig Gulden, zomengmaal, des Contrarie zal worde
bevonden
Artikel. E:
—
Den Dyk welke over den verpagte Weykamp Loopt, zal
den pagter gedurende zynen pagttermyn, op denzelve
hoogte moeten onderhouden als zich thans bevind, en
de wedezijdse sloten, als mede die, langs den Capitalen
weg na den Elfslopende, Jaarlyks gelyk die, aan de
zyde der Excicitie plaats na behoren moeten uitdiepen
in diervoegen dat geene korren of Paarden, over den kamp
kunnen vaoren of rijden, wordende den pagter bij deze
wel Serceuslijk gewaarschoud, om invol des onaange„
zien, iemand mogt goedvinden, het zy te paard of met
kar en paard over de meergemelde weykamp te rijde
den zodanige dadelyk te arresteeren en aan den Burgi„
meester der Stad Grave daarvan kennis te geven
op pare van te betalen alle kosten, schode, en interasse
welke het stads fonds, door verzuym of nalatigheid, zoo„
de mogen komen te lyden