Blader door transcripties » Brabants Historisch Informatie Centrum

archieftoegang 7048, inventarisnummer 1, pagina 11

Art 6.
Art 7.
Art 8.o
De Betaling der Koops penningen
zal moeten geschieden aan handen
van den Notaris voornoemd, en wel
voor of op den tweeden Januarij
des Jaars agttien honderd en Vyftien
en wel in goedgangbaar Hollands
geld de gulden gerekend tegen een
en twintig Stuivers.
den aanvang van den tegendom der
te verkopene goederen zal weten da
delijk na den finalen toeslag en die
van het gebruik op donderdags na
Paasschen van het Jaar agttien honderd
en Vijftien reserverende de verkopers
wel expresselijk het gebruik en
genot dier goederen tot dat tijdvak
aan zich.
de Koper zal verplicht zijn om ten
versoeke van gemelde Notaris
te stellen twee goede en Solvabele
Borgen inwoners en geerfden van
J
Art 9.
3 holi
J
dit Canton ten genoegen van den
Notaris de welke na voorlezing aan
hun gedaan, zullen moeten verklaren
Zieh vrijwillig en ieder afzonderlijk te
verbinden als Borgen en principale
Kopers van de volle Koopprijs, onder
renuntiatie aan alle Seneficien wel„
kehien als Borgen hier in te stade
zoude kunnen komen.
De navolgende goederen is twee percen
len verdeeld, zijn te zamen en in het
geheel boven en behalven de verponding
en Gemeenten lasten bezwaard, met
een Jaarlijkde Cijns van twee en twin
dig Stuivers en Zessduiten aan de
Bomeenen en met een half vaatje
Rog aan de Kerk van Bormeer, en
Voorts nog met de navolgende gevestiijde
kapitalen als: 1„o Een Kapitaal
van drie honderd guldens Hollands
ten behoeven van Hendrikus Wilhel„