Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 790, pagina 180

persoonlijke euergie in zijne
ligehamelijke gebreken, waar
onder doofheid, dair hee
deer dwvate bezette leenroe„
„rige troon.
5. H1. Bijde overweynig van
liet geen noodig zouede zijn
in de gevallen bij 812e. den
d hierboven behoort op den
voorgrond te staan het dowr
let militair departement
geopperde, en volkomen
beaamd wwamde, op onder
vinding geprond decchbeeld
,Aat, welk Aoel men
,dien von Helle, het bezeikt
,moet worden en daarom
„teent zekerheid en geen twij„
fel moet bestuan terwijl
men niet, evm als in het
jaar 1525 of selioon dan ook
,na eene inname van 1a„
„Ajoa het verslaan van den
„vijand in het eenigzens la„
„venen van het verlatene Bo„
„ni, zich weder behoort in te
„beliepen, zonder dat er lets
degelijks beslist zij het
welk vroeger ten gevolge
han dat men eerst jazen
later
laten in het jaar 1636 (met Boni
tot eene delickking kevam.
en beide gevallen is het
in de eerste plants nooden, zien
in bezit te stellen, van de
Hrooklands aac den oever
van de Fjerviana rivier, waar
van hierbovm sprake was
en zieh daar, zonder eenig
tijd verlies goed te vestigen.
elleer bijzonder in de
eventualiteit bedoeld beij„
lett: E zal naur oustaidig
leden moeten worden ge„
handed en in overleg met
de volks hoofden op de meest
dveltreffend bevoerden wer„
aende wijze een provisionue„
besticie moeten worden in„
gesteld, geselukt om Neye„
Vingtlooslieid te voorkomen,
en veiligheid van personen
en goederen op de beste wyze
te verzekeren, in afwaeh„
,ting dat de mogelijkheid van
eene endregeling dae be„
staan.
Aan het beleid van hem
wien de leiding van de po„
liticke avngelegenlieden zal
worden opgedragen behoot
liier