Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 790, pagina 165

dat in dezen staux der zaken
en bij de betoogde ondoelmalig„
heide tot Aadelijke intbeeiding
van bezit en beluer, geen ander
middel overbleef, om vrecen„
den invloed af te werm, en
evederlandselun invloed te her„
sillen en te bevedtigen, dan
etla kusjar tot vrijliuvin te
verklaren, ten einde die stad
weder te doen worden, hetgeen
dezelve van oudsleer was, het
middelpunt van den handel
van dit gedielte des etrelupels„
van die vrij verklaring
en van meer andere bij de evota
aangedunde ziel daaraan
verbeidende milde mantrege„
len, koesterde zijne Eeellin„
tie de verwachting, dat wan„
mer, bij de daurit voirtvloci„
jende voirdeelen, het evederlanse
Bestuwe zich kenmerhti door
reytvaardighend en het bescher„
min van personen en eigen„
dommen, ontwijfelbaar vele
ingezetenen van de vortten„
lunem zich te ellakus jaren
in de touvernrements distrie
ten konden vertigen, en dat
daarvan het gevolg hou zijn,
Aat
dat de reeds zoo zeer gezouken
magt van Goa en Tello) het
lantstgenoune rijkge sedert, zom
der Velokken, bij 't Goriverne„
mints eegengebied ingelijkd
en thans als zoodanig bestuure
wordende zich als let wvare
zou oplotsen; dat het oogen„
blik zoukomen, zonder dut
dit verhaust beloefde te wor„
den, waarop de geluele west„
kiot, van Paré Paré tot Bon
thain, dus alle lunden, waar
ellakassaarsel gesproken
wordt, ziet in de armen van
het trivernement houden
werpen, om de voorsteelen van
een geregeld testiuwe declach„
,tig te worden. Als daas
teyt zijne Exceelentie, zal
„liet tijdstip daar zijn va de
inpotitieve regten, welke het
Gouvernement op Tello, sa
nette en Paré Paré bezit, en
welke slechts in leen door
de vorsten van Tello, Tunette
en sidernierg bezeten wordin
„te doengelden; Eet aacgeno„
men beginsel van anthoudin
voegt zijne Eocellentie daarbij
„vroet nimmer zoo veryaan
dut