Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6, pagina 127

20 Eene benoming dd 15 Maart 1812 als commies by
de Centrale Kas. (olgens myne aanteekeningen was
het jaarlyksch tractiment vyfentwintig honderd prancs.
Eenhopy van het koninklyk besluit van 18 Dec 1815
30
87054, my bendemende tot dweede kommies by het
Ministerée van Financien met een tractement van
Veertien honderd Gulden.
4 Een hopy. Extract: besluit dd 20 April 1617 1. 275, my
benoemende tot Oweede Commies by de Generale Fhe„
:Saurie, op een jaarlyksch tractement van Vyftien
honderd gulden.
en 50 Een dito det 3 January 1824 n 8s my toeleggende
een jaarlyksch tractement van Vyftien honderd
gulden met eene pertoneele toelage van honderd
Gulden.
Ik heb de eer verder te melden dat ik in Indie in
dienst zynde gebleven tot in het laatst van 1637, in de
maand van October, my tot het Gouvernement aldaar
heb gewend, om verlof voor twee jaar, en, werzien
van een geneeskunden Oertificaat, dat verlof ook
hob bekomen en mij naar Nederland heb begeven.
Na verloop van gemelde twee jaren, nog net herseld,
heb s my aan Syne Excellentie den Minitter van
Kolonien geadresseerd em pensioen, met de hoop
een pensions te zullen verwerren net volgens het
maar
toen regerend pensioen. reglement, Maar bij ook voe„
igere dien Hjaren zouden werden in aanmer king
genomen. Dat heeft echten niet kunnen plaats
hebben en ik ben dan ook desyds slechts gepentioneerd
met een bedrag van duizend tachtig gulden s'jaars
waurvan nog volgens gemeld pensiven. reglement
gedarende Zes jarin, t'jaars drie honderd en ten Gulden
zyn afgetrokken.
Meinen de Ulwe Excellentie te hebben bewezen dat
ch my bevinde in de Categorie der ambrenaren die
roegero Gouuernemonts dienst in Nederland kunnen
doen gelden, beveel ik mgne belangen uwe Excel:
=lentie nederig aan, hopende dat Uwe Excellentie,
mode en consideratie van de ongelykheid van myn
pensioen met dat van andere Indische ambtenaren,
by deze gelesenheid de hardheid zal het sellen
welke daarin voor mij gelegen was en waar tegns
ik raeds vergeefs pogingen tot verbetering heb in
het werk gesteld; verzoeken de Uwe Excellentie
verder de myne aan spraak gelyk ik mij vleije
geldig bevonden wordt en Uwe Excellentie teemen
vinde myn ter germe pentioen meer overeen temmend
met dat van andere gepentioneerde Indische Amb:
tenaren te maken, Uwwe Excellentie oek daarby
het rappel van myn pentroois over de verschenen
Jaren, goodgen seg zal willen bepalen.
Mot droper Eerbiact en hoogachting noem sk nog
Hoog Edele Gestrenge Heer.
Arer Excellenties inderdange
Arenaar
Menxen9