Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6, pagina 70

Indie heeft gediend, en
zijne Nederlandsche dienst.
jaren, volgens de en Ne„
derland bestaande Veror„
deningen, bij de berekening
van pensioen aldaar, zou
zijn toegelaten, en
6 dat op de bezoldigingen
in Nederlandsche dienst
genoten, door zoo veel die
dienst door pensioen uit
de koloniale fondsen, in
doege doornoemd, in aan„
merking kan komen, en van
die bezoldigingen niet
bereids in Nederland, dol„
gens de aldaar bestaande
bepalingen op het stuk
der pensioenen, magt
zijn gecontribueerd,
zal worden toegepart
de korting doorgeschreven
bij art: 23 van het boven„
Vermelde reglement.
In aanmerking nemen„
de dat de doorschreven
bepaling, bij resolutie
van den 19 October 1549
La. A No 18, ook dan toe„
passing is verklaard op
die gewezen Oostindische
Ambtenaren, doelke bereids,
volgens het meerbedaelde
reglement van 1637, zijn
Gepensioneerd
76
60811
Nade 13 Maart 1550 M2
s'Gravenhage de 14 Janua ij 1650.
Vengevolge van Auces Excell.ties
Carculaire van den 21 December 19
126, heb ik de eer tees Excellentie
hierbij aan te biede mijne, dienst„
staat, voor zooveel betreft mijn
dientttyd in Nedeeland, on ser
opeerkig, dat ik, door gemis
conenige stuckken, nict in staat
ben het bedrag der daor mijgenoti=
begaldigsnngen met j,cestheidl op te
geven, het welk echten uit de
archienen van Heer excellentie
Lepart.en't zal kunnn klijken.
Le geponsioneerde
Oost Sndische Alucht naar
11Meci
Aan Zijne Excellentie.
den Menitter van
te cloccéen.