archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6363, pagina 837
Gebruik tekstcoördinaten
Transcriptie
8 deelt mij mede dat hij mijrie woordens met blijdschap vernomen heeft, claar zij reeds bevreesd waren geweest, dat hij allen zouden geebraft worden voor de sehuld van eenige onder hen, waarom zij dan ook hunne kootbaarheden vroe men & hinderen in de booschens verbor„ gen hadden, doch dat zij de laatste bereids hadden teruggehaald. Het is waar zegt verder dat hoofd, dat door Dpenspoet C. S. de pas te Oeloe Brangan geslaten vrede is verbrokens, doch dat des niet met hun medewelen is gebeurd, veel minder met hunne goedseeuring, daar aaem„ poet een eegen huus bewoont & dus zonder medeweten van de andere hoofden uit duellen kangaan; dat ik konzien hae weinig Djaempoet nich stoorde aan be= delen, daar hij niettegenstaande hij uit= drukkelijk ter vergaedering opgeroepens met versakenen was even als het hoofd Jangok wiers ondergeeahibte hadden medegetreld, & dat zij zilk dus onschuldig rekenden aan het door Djaervoet misclrevene. Ie deelde hun daarop mede, dat zij allers zich bij de vrede van Aeloa 8 drangan hadden borg gesteld & verban„ den om de op het muellen bepaalde Abraf sraf te ondergaans d dat mijne eiseh dus was onvoorwaardelijke uitlevering der gesmelde koppersd verder betaling van patteo, zooals bepuald was bij de vreds, d dat, zoo zij aans dien eisch, die met hun eigens goedvinding te Frangars was gesteld, niet voldeden, ik hem als vij anders zou besehouwert d met geweld nemers hetgeens mij in billijkheid door hers geweigerd werd. Daarop werd mij medegedeeld, dat Daempoet slechts een kop geoveld heeft e dat de tweede georeld is door Sgaem bang ongael van de kumpang Gelia in het Terawaksche. I gaf daarop den hoofden tijd van beraad tot den volgenden morgen, waarop de vergadering door vij geslaten raepd. Den 1en. Augustus, des morgeprs omstrecks acht wie kwamers de hoofden mij in het komp bezoekers & deelders mij mede, dat zij geene beslissing kun ners nemers, zondes Doempoel Ezal len hens dus desnoods met geweld voor mij brengens, doek verzoeken dat eenige dat aanryp van rreijrs volk hen mogens vergezellers, ten einde herste controlerens. Ik gelost daarop doeankoe Aboeda 288
Bronvermelding
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 2.10.02, Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, 1850-1900, inventarisnummer 6363, OVERIGE ARCHIEFBESCHEIDEN, Mailrapporten, Mailrapporten, 1874, mailrapportnummers 288 - 422
Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien
Kunstmatige intelligentie (AI)
De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van geautomatiseerde handschriftherkenning. Er kan hier ook geautomatiseerd een samenvatting van worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben. Let op: een abonnement geeft u geen toegang tot meer gegevens, maar wel meer handige mogelijkheden!