Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 6212, pagina 109

2.
Hetzelfde zal noodig
zijn van mijne denkbeelden,
omtrent Stjehs tegenwoordigen
toestand, en van de daar te
volgen politick, want zoo wen„
rekelijk ik het acht, dat de
detail regeling aan de plaat„
selijke autoristeiten worde over„
gelaten, zoo noodrakelijk vind
ik, het dat omtrent de hoofd„
zaken, bewust of onb ewust
geen vervehil van meening besta„
Dat de rek eepvaartnege.
liig, eenmaal ingevoerd, eene
geheele verandering van po.
litick zal ten gevolge heb„
len acht ik onweersprekelijk,
wil mer ten minste, de
michten plukken, die en van
mogen worden verwacht. Dock
hierover later
De eerste wipe, waarop
van mijne dienster zou kunnen
worden partij getrokken is den
Meer
3.
Heer Deykerhoff en mij een
gelijke opdracht te geven, als
zlilko in dertijd met, de
Heeren A. Pruijs v. d. Nvever
en R. v. d. Meijden, geschied
is, namelijk eene commissie
tot negeling es vorbereidting
maas miet eene commissie tot
uitvoering.
Ik zoude, Aan naar
Aljek Kimmer, gaan, de te
volgen politiek en de sheep.
vaartregeling, afdoende met
den Gouverneur bespieken, en
met kens de noodige middelen
beramen, om de laatste op
de Oostkurt in praktijk te
brengen en voo de Noord en
Wertkurt voor te bereiden.
Net i0 mogelijk en ik
vlei mij zelfs met de koop,
dat het waarrehynlijk is, dat
ik der Hees Heykerhoff,, die
omtrent Alijck nog wel, geene
en