Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 600, pagina 31

„Ins den krater bevinden zich eenige graven, waarvan 12
„Junghulus niet opricht. Het voornaamste is volgens de
„verhalen des inlanders van een pangeran van Loande
,uit den tijd, dat het rijk van Venrak zich van Madjapait
„scheidde. Wbij heeft alhier gewoonden beproefd hiirsa„
„wals te maken, en het Pestucagras (of bosgras volgens
,18. Janghuhu, dat in denkinter voorkomt zoudaar
,van nog afkomstig zijn.
„Ik hats voormijkippenen rijst medegenomen, maa„
„toen ik mijn avondmaal na zulk een vermoeijenden
„togt wilde genieten, bliek het dater geen wate naar bove„
,wasgebragt. wij moesten onsdus met een handvol
„koidde rijst, van een inlandtsch loofd geleend, behielpen en
„lagen onsonder eens klein afdak van bladeren inonre
„mantels geluild te slapen. Nort voor zonsondergangen
„even na zonsopgang nam ik den thermonetir waar
,en bevond dat wij eene temperatuur hadden van 39e.
„Falirenheit, niet te veronderen is het derhalve, dat wij
,door de koude weinig sliepen, Ik benijdse de inlanders
,die beneden swinds van een groot vur geret, zich goed
„verwamnden, maar daarbij ook in een wolk van rook
„gehuldt waren, die hun niet scheens te hinderen, wij prefe„
„reerden de konde boven den stekenden en onaangenamen
„rook van het natte Kieupelhout. Denvolgenden morge„
„werd het signaal opgerigt; ten ,, uregingen wij van daar
,ens wareck ten 4 ure weder te Sapoerachting.
„wij nstten te Sapoeran een dag uitengingen daarop
,naar Raliwiro. van daar uit wilde ik eenuitstapje
„maken naar het gebergte Rawa Patijng, hetgeen mij
,bijzonder geschikt voorkivam, ons een der punten van
„het driehoeksnet te worden. wij beklommes den 15. den
„berg Selomanik. Dit was tijdens den javaanseluen oorlog
„de verblijfplaats van den Voemengoeng Soero waseso Hhij
„wilde kiel bij de miniteders voegus, maas voor hij zijn spla„
kon
„kois uitvoeren, stierf hij: zijne jongere broeder is daarna korten tijs
„Regent van woussobs geweest, en zijne familie leeft nog op Hage
„lang.
wij overmachten daarop in de dessa Bjodjogan, en beklommen
,den volgenden morgen eersanderen berg van dere recks, de
„Goenoeng Goepoer, die mij het geschiftt voorkwans ter plaatin„
,van een signaal, daaldens naar de desse Prihi af en keerden
,naar Kaliwirsteng.
Wit gebergte, in zijn geheel gewoonlijk Rawa Sjaljing genaamd
„vertobut op hare op its een ghof vulkanisch pringesteente van den
„zelfden aard, als dat bij Karang bolong voorkomt, en het eigen.
„aardigste is, dat dere Breecie=rotemassa, die sich in de zonder
„lingat faritastische vormen: ruilers, kolommen, murewens ver„
„toont, niet is gelegens op een onderlaag van andere eruptief ge„
„steente=zooalsmen vermoedt, dat dit bij karang bolong het
,geval zoude zijn, maar het neptuisel gebergte, dat uit een
„zeer sijnen zandmergel met thonlagen bestaat, schijnt te hebben
,doorbroken. Hier moet men misselien den oorsprong vinden
„van die groote breecie rotsstenen, die overal sporadisch over de
„zuid Bagelen voorkomewen= voor rooverre mij bekend is, in
de Banjoemas of in de hadoe niet worden aangetroffen, ten
„geologisch onderroek develementen, waaruit dere brccie is eame„
,gestels, zoer over hare geschiedtenis nog veel licht kunnen ver„
8 Apreiden.
Den 13e. beklouw ik eens heuveltop bij Bersole, bevond dere plants
,mit geschikt, maar zag van daaruit, dat het geschiktote punt
,voor het oprigten van een signaal was een stecle bergnok
,van het gebergte Hembang in het hoeto ardjosche. Waarop
arang
„begaf ik mij naar het regentschap anjar en ging ten neerden
„van Gomboug het gebergte ins, terwijk ik den korporaal koirig
,een berg ten Noordrooten van Halang anjar aanwees, om dien
,te beroeken. Vere laatste Boedak genaamd. is geblekens, allum
„geschikt te zijn, ons in het drielhocksnet te worden opgenomen
Het signiaal Poling. bij harang bolong Bagelw, is hien echte„
niet