Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 600, pagina 19

oordleelde nog te bezoeken. In dien en tevens signalen
,werden gebouwd op den Merbaboe en op den Venga„
„rars zoumen daaroloor d ofs grooten driehoeken over
,de residentie hadoe verkrijgen, welk landschap voor
„trrangulatie andero geene uitstekendte punten aan
„biedt, en van den Oengarar zou men onmidotelijk
,op damarang kunnen komen, waardoor men het
„lengto veroctril van deze plaats met Batavia
,zout verkrijgen, het geen van veel belang is.
Den 27e. vertrok ik van Poerworedjo met pootpaar
,der naar Samwrang. De korporaal Konig kwam na
,eenige dagen met de insttrumenten oot aldaar aan
,en den 6e. November keerden wij met het soom„
„schip Koning in Nederlanden naar Batavistericg,
,waar wij den 7e. arriveerden.
sedert sijne terugkeer is hij ongesteld geworoten
en zijne ziekte noodzaakte hem, naar het hoopitaal
te gaan, het welk liij in de cerote helft dezermaan
verlaten heeft. Bij Gouvernements besluit da, Jang
arij 1857, No 1, werd hij aan de geographische dienis
ontnomen en tot een anderen werkkring geroepen
terwijl bij besluit van Uwo Excellentie dd 15 Oe„
tober 1556 ne41 de benoeming van een Advistent
van der geographischen Ingenieur werd bekend
gemaakt.
ten slotte dlve ik Uwe Excellentie beleefdelijk
het voorstel, het hierbij gaard en bovengenoemd
Algemeen
kab. miss. vo. 27 8
Verslag
van de
geodesische tianqulatie der Residentie Banjoernaas
door
4. N. de Lange en Wr. J. J. van Limburg Brouwer
door 4. A. de hange.
De gerdesische metingen op Sava in cheribors be„
gonnen, laten door de Freanger regentschappen in westelijke
rigting voortgeret tot Batavia, moesten thans oostwaarts van
het eerstgenoemd gewest worden vervolge.
Mijn adsistent, Wr. van Limburg Brouwer, was niet geheel
onbekend in de Banjoemas, en hiervan partij willende trekken,
voordat hij de geograplische dienst waarbij hij slechts tijdelijk
werkzaam gesteldwas verlaten zou, koos ik in de eerste plaats
dit gewest, oms aan de mij opgedragene taak verder te arbeiden
van welke schikking ik nog meer voordeel zou trekken, als we
tot Bagelen waren gevorderd, in welke residentie Wr. van Lii„
burg Brouwer als kontioleur vroeger geplaatst was.
De residentie, in welke wij zouden arbeiden, beslaat eene opper„
vlakte van ongeveer 2399. 25 1s palen en lelt 333. 271 inoouers.
Ten zuiden wordt zij begrenad door de zee, ten westen door de
Freanger regentschappen en Cheribon, ten oosten door Bagelewen
ten noorden scheidt de slamat berievens de vulkanische berg„
keten, die zich in oostwaartsche rigting naar den Vierig uut„
strekt, haar van Fegal en Gekalongars.
De tropsgewijze rijzing van het terrein, niet alleens langs de
helling