Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 5864, pagina 26

6.
ad 1654 8: 16 1 Gehom„
Paramaribo, den 1 January 1654.
Op de door Uwe Excellentie by circulaire van
26 December arp. A tis (geheim) voorgestelde vraag, of de
kettingen en voetbeugels, die men alhier gewoon is, op de
tot dwang arbeid veroordeel den toetepassen, niet zouden
kunnen vervangen worden door hals banden, zoo als die
sedert vele jaren op Sava ingebruik en aldaar ge„
„bleken zyn, geheel aan het doel te beantwoorden, hel
ik de eer, het navolgende als myn gevoelen te doen
kennen.
Vermits uit de overgelegde berigten blykt en by de daar„
,over gehoudene beraadslaging van den Kolonialen Raad
niet is wedersproken: 1e dat de bedoelde voetbengelsen
kettingen onvol doen de zyn, den veroordeelden het
ontvlugten te beletten, wanneer hem dit ernstig ge„
,meend is, terwyl hy na zyne ontkoming dikwerf
het middel weet te vinden, zich daarvan al zeer
spoedig te ontdoen; en dat de ontvluyting der gecon„
„demneerden alzoo niet, dan door een streng toezigt kan
worden voorgekomen; en De, dat die kettingen en voet„
„bengels op den duur de veroordeelden niet alleen hur
hinderlyk zyn in het volbrengen van de hun opgeleyde
taak, maar zelfs by velen wonden hebben vervorzaakt,
die ten laatste tot ongeneeslyke aweren en gebreken zyn
overgegaan, en aan welke eindelyk de vervroegde dood van
sommigen dier veroordeel den moet worden toegeschreven,
zoo volgt daaruit myns inziens, dat de voorgestelde
vraag
Aan
zyne Ecellentie den dier
Gouverneur van surinam