Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 4226, pagina 91

eing van Nederlandsech Endee, aan
Baakian Tapila Taepinahal, he„
bamatig van Samanaerde Casdeeling
Ceram) in het belang van de ope„
hare reiat en orde, het uerblijf en
de rexidentie Aukeeuae te ontregge
en hem eene verblijfplaats aan
te wijzen, door Maa alanag te
bepalen;
2 Scij een dvor Hene Exeellentie
anderheekend beeelerhust te gelaaten
dat de leij art: t genaemde pe„
dean in afwaahting land gelege„
heed tot verwijdering naa deaan
te wijzen verblijfplaats, en heektenis
wordt gehouden.
De Reaident
D. Haijting.
Balauca, 23 October 1588.
Wbet het bauenamachreue
voorstel van den Reaident van
Aonborna kan ik mij wel veret
nigan.
leit de stukken belijkt
haeh, dat de vijandschap, hees
schen de Aljaeren van het dalla„
geleeed en de negorijen Samaeaera
en
Vo. 6398.
en Paulohe Cafdeeling Aewahei jont
atuan, aan handelingen van bouen„
genoemden Baatiaan Papela sal
piichae moet gemeten worden.
baet hij door zijn invlaed
op de Aljaeren raedt als een par„
aaan werden aangenakt, aiens
uerde verblijt op het eeland
Ceram uit een palitiek aagpung
niet gemeenseht es, zijne weegering
am de gehuaraamen aan het lee„
aluit der samirie van haefden
in het Talla gebeed Caca art: is
van Staukablad 1824 No. 19e. , gehan
den op 8 Januari 1687, waarbij
hem werd aangenegd met zijne
volgelingen naar zijne door hen„
en atrijd met de adat. Aanah
zande vergunning van het nego„
rihoogd en van het beatiu
verlaten neguni Samaraerde
derug te keeren, heeft het mia„
naegen de beevalking en een
ceel de afdeeling eenahe en
die mate opgewakt, dat zijn te„
rugkeer naa het Eeland Penam
de opecchare cuat en erde alkaa
angekuijfeld en gevaar zau brangh
sak aaht it het voldaende
beneezen, dat hij de hand heeft ge„
had en de haer den Reaident
vermelde