Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 374, pagina 11

dezelve bij aanbrengst in Indie aldaar worden
ontlost.
Art. 13.
De Eischen moeten aan den Direhteur der
Produchten en Civiele Magagijnen gijn ingediend
voor medio Junij van het jaar, voorafgaande
aan dat, waarop de uitsending der goederen
uit Nederland behoodt plaatsste hebben, ten
einde dezelve met den overlandpost van de
maand Julij daaraanvolgende aan het
departement van Holonieu kunnen worden inge„
„gonden, zullende alzoo bij voarbeeld de Eischen
voor het jaar 1556 aangenoemden stoofd„
„amblettaar moeten zijn ingegouden vporinedio
Junij 1654.
Hiervan zijn uitgezonderd.
A. de Eisch van providien, welke eerst vier maanden
later met den Overlandpost aan het elinisterie
van Nolonien behoort te worden opgezonden.
6 de Eisch voor de behoefte van de geneeshundige
dienst, welke eenigen tijd vrgeger in Neder„
„land bekend woet aijn en dienten gevolgebe„
reids onder Ultimo Januarij by den Vriehteur
voornoemd behoort te zijn Ontfangen; &
C. de Eisch voor de Militaire Administratie,
waarvan een eyemplaar, geschreven op post„
papier met den overlandpost van de maand
Februarij naar Nederland behourt te
worden opgezouden.
art: 14.
art. 14
Al de Eeselen, zonder onderscheid, behooren
door de factarij der Nederlandsche slandel„
,maatschrappli voor gegien, te worden geteekend,
waartoe door den Auekleur der Vlodukten
en civiele etlagazijnen het noodige zal
worden verzigt.
art 15.
Het indienen van biitengewone of sup„
pletoire lischen moet, 300 veel mogelijk, worden
Vermeden, Zullende daartoe alleen worden
overgegaan ingeval van werkelijke noodgate„
lijkheid en duingende behoefte.
Te arresteerd by Beslint van den Gouvernur
Generaal van Nederlandsch Indie, van
den 9e. Augustus 1854. No. 6.
Aly bekend.
De Junqt. Eerste Adjunkt sehluctaris
el.
van het Gouvernement,
Col
Meundelden
481