Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland
archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 3368, pagina 1129



Gebruik tekstcoördinaten

Transcriptie

waarde te oragen om dat voorzeoven de regel zougelden, jactium succidit in lo„
cum rei, de vordering dezelfde zouzijn als die tot uitlevering en, voorzooper men
verschil bewiert, de schipper zou kunnen bewerenen te regt=zich verbonden de
hebben tot uitlevering in natura en daartoe behoort te worden aangespecken;
dat de Eerste Gedaagde, ofte hoors zich beklagende dat hij drie jarers na
het einde der reis met deze vordering wordt besprongen, zich niet uisdrukkelijk
op verjaring heeft beroepen en wel omdat, zoo als hij bij pleidooi beweert, de bischer
eene eigmaardige actie heeft gekoren om dit tegen hem te rigten regtomiddel
te ontgaan
Overwegende dad onder zoodanige omstandigheden aan de posita van Evck
geene feiten tot naotene ondersteuning mogen worden toegevoegd, die elen eer„
sten Gedaagde, waren zij aan de vordering ten grondslag gelegd, gelegenheid
zouden hebben gegeven om de verjaring in te roepen;
dat derhalve behoort te worden onderzochd of uit de geposeerde peiten hetbeweerde
regt volgskesgeen de Gedaagden ontkennen;
dat deze ontkenkenis, gelijk ook reeds te rigt worots geleerdl door van Boneval faare
Procesiegt 2: Editie 't pagina 273 275, is eene absolute ontkenning en met excep„
ties en nied- onsvankelijkheden niets te maken heeft, waaruit volgt dat ole nadere
adstructie waarom, zoo als de eerste Gedaagde zich eigenaardig uitolrucke deze vor„
dering den Erscher niet kan volgen, ook bij pleidooi konde worden in het met„
den gebragt;
datole Eischer bij dagvaarslingen conclusie van Ersch zegt op te treden als
inladter en als zoodanig vergoeding der waarde vraagt van goederen, door hem
aanden eersten Gedaagole dervervoer naar Soerabyja gegeven en door dezen
Cof in onbruckbaren toestandt ter bestemmings plaats afgeleverd; dat noch
daar, noch in de conclusie van replick melding wordt gemaakt van
den geconsigneerdeen kischens verhouding tot dezen;
dat bij pleidooi Eischen uitdnukckelijk heeft ontkend als cognossement,
houder op te treden maar zijne vordering op artikel 515 alinea z van het Wer„
boek van Koophandel heeft gebaseerol;
dat nuzaen, seker de schipper, behoudens de uitzonderingen bij de Wet voorzie„
voor alle schaden moet instaan aan de te vervoeren goederen overkomen maarstck
Rechts jegens hem aan wien hij de uitlevering grooed doen, dus niet jegens den inlader
zie 0. a. artiteelen 516, 511, 511, van het Werbock van Roophandel olatdan ook de
inladter niet noodzakelyk belang heeft bij de rigtige uitlevering, maar oa
als verkooper, reeds door inlading der verkochte waar, in behoorlijke ver„
pakking zich van zijne verplighting kan hebben gekwesen;
dat nus, wel is waar ender zekere omstandligheden de inlader teregt
zou kunnen optreden, maar olene omstandighedten dan in de posita
van eisch beehooren te zijn opgenomen;
dat bepaaldelyjk in casus daaronder zoukunnen worden gerangsehikt
de
niet
dal te honnen van Eld Vebrua,
de omstandtigheiders dat geconsigneerd was de Gouverneur Generaal van Nederband,
Indie of order, herwijl het niet ongebruikelijk schijnt te zijn dat de Staat den Neder,elt
Landen, vertegenwoordigd door den Meinisser van Kolonien, voor de belangen
door genen vertegenwoordigd, in regten optreedt;
kat echter deze omstandigheid buiten aanmerking moet blijven om dad daar„
van in de stuckken geen melding is gemaakt ens de bijvoeging den Gedaagdelerst
in staat zous hebben gesteld een regtsmidel aais te voeren, waarin hij door de nap„
lating is verhinderol;
cad bovendien den Eischer niet kan opgedrongen worden een anderstans puint in
te nemen dan dat was hij zelf verkogs, te wesen, dad van inladen, maar hem als zooda„
nig dan ook deze vordering niet toekonst;
Overwegende dat verder nog opmerkelijk hoe de Eischen ael naar mate van de
omstandigheden eene andere stelling inneemd;
dat hij toek eegt als in lader op te treden, maar inden daad een regtsgeding,
als ware hij geconsigneerde, op het getouwcket;
dat hij daarbij weder geheel zijne eigene handelingen uit het oog verliest, te we„
sen, dat hem reeds bij de avarij gros regeling zekere geborgen goederen zijn ver„
answoord; dat hij een daldo daarvoor heeft ontvangen; en eindelyk, dat hij tot dat
alles heeft mede gewerke zonder eenig profest tegende handelingen van den eersten Gedaap„
,de en zonder eenige reserve zijner regten; dat hij thans wel op dat alles wilterugkomen, maar
zonderzelfs te bewypen dat eenig meuno feit ter zijner kennis is gekomen wat hem bij deavarijgestegeling
onbekend was, en zelfs zoo vergaad van de hade door plundering van een gestrand schip &
door eene bevolking, welker hoofden zich tot berging; hadden verbondent als wa„
re dit een onmiddelijk en dadelijk gevolg van de stranding, den destijds verwonden
eersten Gedaagde ten laste te leggen;
dat deze feiten, die alle den eisch in meendere of mindere mate in denwegzou„
den staan, echter niet nader behoevens te worden ontwikkelet, nu de vordering reed opde
verwering van den Eersser Geclaagote moed worden afgeroezen;
Geniewartikel ob van het Wetbock van Bargerlyk Regtsvordering;
Verleent de gevraagde acte;
Ontnegt den Eischer zijnen gedanen lisch en genomen conclusien
Verwijst hem in de kosten;
Gedaan bij de Reghbante voornoemd. tweide, Hamer, door de Heeren Mr.
Jonkheer C. H. Backer President, D. L. No. Luden en St. F. Rengst, Roegters,
en uitgespaoken ter openbare te regtzitting van dere negen en twindigsten October acht„
„tien honderd tachtig in tegenwoordigheid van fonsheer Mo Ho. P. de, Koock,
Sijbstiduud. Officier van Justitie en M. F. H. Meis, Subilituut Guis„
Kier.
.Do. Backen
Geliekend
Moces 172.
Eles

Mibudera

Bronvermelding

Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 2.10.02, Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën, 1850-1900, inventarisnummer 3368, OPENBAAR ARCHIEF 1850-1900, Verbalen, Verbalen, 1881 jan. 19 - 21



Ga naar de volgende pagina (1130)  Ga naar de vorige pagina (1128) Nieuwe zoekopdracht

Scan + Transcriptie


Klik op de afbeelding om het te vergroten en de transcriptie ernaast te zien

Kunstmatige intelligentie (AI)

De transcriptie is door de computer gemaakt via automatische handschriftherkenning.
De samenvatting wordt door de computer gemaakt op basis van een taalmodel.
Beide kunstmatige intelligentie taken zijn niet perfect, maar vaak ruim voldoende zodat het historische document begrijpelijk wordt.

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/