Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 317, pagina 11

had, dat men in 1853 welligt geen 4000. tom kolen gou
hebben kunnen leveren.
Die voorbereidende werkgaamheden, en de wijne van
werken voor 't vervolg, heb ik, in overleg met den Revidunt
geregeld; zynde dit zaken welke onverwijlde voorgiening
behoefden en die ik daarenboven als mijn=ingenieur
van mijne competentie beschouwde. De notas daar
=omtrent aan den Direkteur en den Direkteur des
travaux gerigt, heb ik de eer in afschrift hiertij te
voegen; ik heb den Resident verzocht, aangezien.
de mijn onder zijn beheer staat, die notas alvorens
je uittereiken, met zijne handteekening te willen voor
=sien, zoo als uwe Excellentie zal blyken uit mijne
missive aan den Resident dat 30 Maart 1852 11. 20,
welk schrijven met de notas ik bij dit rapport in
afschrift voeg, als bijlage 4.
In mijn voorloopig rapport heb iks gerapporteerd
dat noch op de mijn, noch te Bandjermaain eene behoor„
=lijke rekening van de mijn werd gehouden. zoodanige
rekening, op de wijn aangehouden, is horg noodzakelijk
dervijl gonder die het onmogelijk is, om gepacte écono„
mie in de exploitatie van Oranje Nassau te brengen;
men weet nu niet waar aan te veel wordt uitgegeven.
koo had min er zeker tot nu toe niet opgelet, dat de
holen aan Aransport Ahano evenveel en vroeger met
kooten, dan alle andere ontginnings konten te zamen.
Het houden dier rekening is het werk van den ad„
ministrateur, Direkteur, hij is het die bekend moet
Zijn
717, 54, n58.
Lia
Graverhage, den 16 Februarij 1651.
zijn met alle uitgaven voor de ontginning gedaan;
zonder dat kun hij zijne funatie niet naar behooren
vervullen. In die rekening moeten begrepen zijn alle
uitgaven, tot dat de kolen zijn geladen aanboord der
schepen te Dandjermasen.
tot nu heeft de Resident in de opgaven den pro„
dustie van Orange Naaaau ook begrepen de kolen aan
de stoompraauw verstrekt, dit is onjuiat; de stoom
praauw is in dienat der ontginning, wanneer mets
niet was eene kolemmijn, dan moeeten de kolen voor
haar gebruiks worden gekocht en de rekening der myn
en voor worden belaat, nu de mijn de kolen zeef levert,
kan men hare rekening debiteren en krediteren,
doch zulks is onnoodig en haar alleen te krediteren
is onquiat.
Voor mijn vertrek naar Dorneo en na
mijne kerugkomat van daar, zijn mij door Uwe Egeel
=lentie verschillende stukken betrekkelyk de kolen ont„
ginning Orange Naasau toegezonden, ik zal de vrij„
heid nemen, tot gemakkelyker overzigt, deze stukken
hier achtervolgens te behandelen, om dan aan het
slot de noodige voorstellen te doen.
Missive van den Algemeene Sekretaris dde 18.
Januarij 1852 A: 241, waarbij mij worden aangeboden
de mieaives van den Hoof d'Ingenieur voor het Hoom=
wezens in Nederlandoch Indie dde 27 Maart 1851 Nr bo
en