Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 26, pagina 87

ilre lant mna eore auchris Lourus soort afstant
en veel donterter our tleur, en oninder aan
gentur van Rent is.
Noot moschnat alix. geheel thaarloos. Sterk
Wetr apenaum riekend, maan de foomule n Co7e
Lanergesteld. Out Stenropterond van deze alie
met bij vrgengde Olse)
is in den hanckl oder ck naam van taote
nrot mooch wat alis. en tot voor in vierkante
Hutven van 1. Kilo.
als. Henropte„
Retitie Washwe duur schijnt ook aftent
non van une Ritiarische olie getormtte zijn.
kookon als merk nardig voorbuld kars den debl„
Aienten, voor de zamens gesteldheid, van daar
bij van enalijde gebdeken is dat zij: voth vin
behulve het benzoezuwe amleiding gegeven huss
tat de tonning van heren goed onderscheidbar
harsen.
Spijkolis,, Piteralie, beide naart formule
„(5708) zomengesteld, zij keunnen beick ook als
Aetkerisste aliere beschrund wordens afochvor
Aux nit door destillatie uit Slante dden
te vertrijpe, zoo hebben zij echter alle terperten
Ue relve. beritten, on hubben eene oncongnamen
door dringende reuk en vorsten geronden
iidte voornamelijke in de stendevlen formatie
en komin als bronner voor.tot Deu alsen
schepnen dus ontleedingo Producite te zepua
m Staaten inden sterte arnt en hitt ontstan„
de Geterolie geer. vnijgemium barattende
is bij zonder geschikt voor de bevaring nn
die metalen nelke toe zer shel vrijgenmen
yr nemen als tan ht kalium Nataiuna,
Rozen ol. is unskoogst geursn alia die
onk ene senroptenon af zet. sloos lang staan.
Fles mecst woorl Haar op tron noet net op
glort vordens in de beteekenis die men er teyers
voordig aen hechs, daar er aan alleren sprate
van rette kan zijn, mant in de betakenis
tois die mons rtveger aut hit zelue Matta
dertder hechtt.
tichende
ditrocnolie, en zur aanginame atst als
voorkomende en de Schiller van het gevlucht
ditrus. en is eren als cederalie, eene deer
a angerame olie, naar de formule i6518 40
Somingesteld. mar uit dus wit het vloegen
mast gedulde volgt dat zij beede in begi„
den reute rer cerpenti pchaot hulbers.
Edme lur schrom overuerkouist, vind men
in de Lamensstelling en wordinog van de Genon„
oiff etervlit en de tegenwoordig gero: bereick
terpentijn olix, door dit ook eenigzints toelicht
de wording van beid eit hoemen tot de zelfde
forri groote fantille behoorende, en dat de
toomen in dien tijd met de Tegenvoordigse
Heer rul overeerkomst gehad moetens hebben.
D. Schurlee,