Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.02, inventarisnummer 1605, pagina 445

Mij is te kennun gegeven, dat
het der Compagnie aangenaam zoude
zyn, ingeval hun voorstel aanneem„
baar werd bevonden, spoedig een ant„
woord te bekomen ten einde in Augus„
tus aanstaande gereed te kunnen zijn
de dienst aldus te beginnen; ik geef
Uwe Excellentie dit verzoek in overwe„
ging. Haar tevens verzoekende mij wel
te willen opgeven met wie de Cie zich
te verstaan heeft over het vaststellen
ais
der onderdeelen van die dienst.
Indien Uwe Excellentie zulks mogt

wenschen, zoude de Cie. welligt een van
hare Inspecteurs, tot dat einde, naar
'ts Gravenhage willen zenden, bijv.
den Heer Vichoff vroeger officier der
Nederlandsche Marine, die gewis
niet vicemd aan dit voorstel is, zoo„
als ik ieden heb te veronderstellen,
naar aanleiding van het onderhoud
dat die Inspecteur namens de Cas,
met my over dit onderwerp had, en
mij verzekerde verscheidene jaren in
de West Indische Kolonien te hebben
doorgebragt. Het kornt mij. onder ver„
ketering, voor, dat dit voorstel by
zonder Aliver Excellenties opmerk.
zaamheid verdient en het is mij
hoogst
hoogst aangenaam, in het belang der
Kolonien en van het moederland, en
de overbrengen van te kunnen zijn.
Gelief, Hoog Edel Gestrenge Heer de her„
nieuwde betuiging mijner meeste hoog„
achting, aan te nemen.
Aact
1
De Consul Generaal der Nederlanden,
get fied van den Brock,