Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.01, inventarisnummer 852, pagina 19

44
ok acht urgechde
vegligh, te dizen gelegenheid,
het volgende aan het
de Maatdhappe
kenbaar te maken,
don voet van de voormelde
Overoorkororst. van de Sapts
1829, de behandelais den
daarby omscree aan
gelesesreden, op neecon
voor den teijd van die
jare en alzoo tot e
met rltimo deptonibs
1895. aan de Maatschappij
op te clregen
Allocrtytencoot ofte
Mactsahpijoprocaate
heeft
sat des ordeervanden seders
de en werkenis van tat
bestaende kontrakte.
geleerd hef, dat ofschoor
de Maatschoppij ziat
velionamet des
hoofd beregtreden aan
de bevloekde betalinge
heeft
verbonden, bekest zed,
ats dit lepaatement
alker heer uer is van vit geheel en al van
alle to bemoeyiinge besmege
Ote zyn geworden
ca
e
ontslage
zeer
veele
vlyk

beregtreden slaanae
2yx
verbonders, by ketrelve
vooctrakelik op gebleen.
soo als aenmyrenge
van de pensorien aan
wekke, en den voet en
wyce waarop, de Maats.
seMappes te betalen
voets
Le de heslesteis
wellee de Maaketr
in elk tuyfbelachte
geval, tot eigen
dat dekesticid, craast
ttoejekend,
een selgen
eovage
deze ambheuaren
zyn doen het vaulreuse
van de leurerte
betalinge byde
Maanch. van
die eemnerake
becoofd geworden.
hebwelke aanleeden
heeft gegevs tot
velerlée klaghes. e

Zeela
die, by den bekroupes
taestacd van '1 ryk
geldmuddelen mocgilgk
ophehessen hin
deze Raad van
zaken heeft de vrage
daer geberen werden
en eindelsk
heeft
adescle veel
veelolege vvartement.
vlganele aanteekeninge
welke het departement
verpligt is te houdlen
om de jaerlyksche reke„
ningen der Maatscheppen
te konnen verefieren
googe
Tot op het aangaan van
het kontreckt van te septs
1829 weadf aan eenige
lemibtemanen by dit Clepes.
melkeoet
temeeck vosr de werkraam
haalen, den pensioer teetelinge
enn. bekenst waren, toegaken
eene jaarlykschre renneme
ratie met de respective
fondse Fgo0. oaa
di beregheolen, althipus voor
een voornaam geelpelte zyn
blyven voorteleeren en staads
noodrekelyk peellen syn
zao de Maarschaappij soo i
vertroun geradlelik. insten
men, dat de beklikhaid
vordent sat de gedactite
ambtiperen in het genot
blyven.
dier toeloge
ook reeds vroegs
Ofschoor
de 4andacht daarop gevallen
was, haeft men echiter deo
tyds gemeend op de aenmaal