Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 2.10.01, inventarisnummer 1411, pagina 18

Exellentie de ondergeteekende die den Lande
gedurende meer dan 28 jaren (waas van Ruim 18
jaren in Indie) trouwen eerlyk gediend heeft
dikwerf met gevaar van door besmettelijke zeekte
te worden aangetast, tewijl hydich niet ont„
zien heeft, om aan Slervende die met aansteke„
lyke ziek te waten bezocht de laatste troost die
ders Godsdienst aanbiedt mede tedeelen, durst
met den meester eerbied doch tevens met den meer„
ten uandrang te verzoeken om zijn pensioen
eenigzins te willen verhoogen en zulke in verband
met artikel 118 12 van het Reglement op
het verleenen van Pensioenen aan Burgerlijke
ambtenaren in Indie.
Exellentie de ondergeteekende die grijs geworden
is in den dienst van den Lande zijnen dienst in
Indie door zickte heeft moeten verlaten. en
aan wien voorzeker nog maar weinig levenstijd
is toegedlacht en die in gemoede aan Uwer Exel„
lentie verklaart van het door hem genoten wor„
dende ten bedrage van f294, 54. met zijn
gezin niet te kunnen bestaan en van zich
Zelf geene middeler Ifbezitten om in dat onder„
houd te kunnen voordien) het geen Uwe Exel„
lentie zal blyken uit de hierbij gevoegde Nota
welke geheel particuliev isneemt zijne tre„
vlugt tot Uwer Exellenties alom bekende
regtvaardigheid en menschlievendheid met de
dringende bede dat het Haar moge behagen
zijn pensioens berekening te willen doen hetzien,
hem te willen vrijstellen van de betaling van de
Lso van de door hem in Indie genoten inkomsten
of aan hem gedurende de Zes eerstvolgende jaren
zoodanige toelage te willen verleenen, waarunt
hij de opgemelde aso zoude kunners bestryden
waardoor Ulw. Exellentie een ambtenaar die steeds
de kens opgelegde pligten met de meeste naauw,
geset heu
14
naauw gezetheid heeft vervuld, op zynen ouden dag
Nota
zon dat dezelve
et
Bywijn vertrek uit Indiens heb ik mijnens Loors vol„
magt gegeven en de Administratie over twee huizen, om de
daar door te ontvangene penningen naar Nederland overt
te maken. Euim vier jaren waren sedert dien tijd ver„
streken en had nog geene gelden, hoe genaamd ontvangen
zelfs geen intrest bekomen, zoo dat ik mij als toen hebt
gewend tot de Heeren Hoboken te Rotterdam en hun Edele
procuratie gegeven om op Batavia voor mij te ageren, ik heb
daarna van gemelde Heeren Hoboken berigt gekregen
dat de laste goederen in Indien zoodanig in waarde dijn
gedaald dat dezelve byverkoop haart geen geld opbrengen
Ik vermeen dit zijn Exellentie te moeten mededeelen
daar ik zijne Exellentie in waarheid kan verklaren dat met
dit verlies mij geene gelde of goederen meer overblijve
die bij het kleine pensioen dat mij na korting aan zal
komen in mijne hooge Ouderdom voor armoede zoude
kunnen beveiligen, waarom ik zijne Excellentie bid op
mijn gedaan verzoek, om mijner Ouderdoms willen een
gunstige reguard te slaan.
Jt Sun Ruijk