Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.11.14, inventarisnummer 751, pagina 79

71
Dat na het Zelve ontbyt, 't gezelschap Zig met den anderen
als goede vrienden hebben geamuiseerd, terwijl is koomen te ge„
beuren dat toevalliger wijs Een geweer, 't welk bij de hand stond,
en nuemand wist, dat gelaaden was, niet aan den Suppliant be„
horende, door een der Persoonen van het geselschap, zonder dat den
Suppliant weet te binnen te brengen, wie van alle in de handen
is werden genomen, en daarmeede geexerceerd, terwijl het Zelve
geweer uyt de eene, in de andere Zyne handen was geraakt, en
door ieder een daar meede geexerceerd, tot dat 't Zelve eindelijk
ook in de handen van den Suppliant was gekoomen, die ook
daar meede eenige manavres deede, om aan de andere vrienden
van 't gezelschap te doen Zien, dat alhoewel hij geen Militair
was geweest, Echter als een geweesene Hollandsche Burger de
Exiratie ook verstond, en zonder bedagt te zijn, dat het Zelve ge„
weer konde geladen weesen, om dat hij hadde gezien de andere
oven den van het gezelschap ook daarmeede onbeschroomt te
werk waaren gegaan, hij onder het uijtoeffenen van het Manu„
sael de staan van het zelve geweer, hadde overgehaalt, en niet
lettende dat den Perzoon van C: G: Stichner, Welk een der
beste vrenden van hem Suppliant was, voor hem Stond, ofte
wel geduurende 't aanleggen voor de Tromp van 't geweer
zig begaff, 't welk den Suppliant niet meer positiff kan opgee„
ven, het gemelde geweer afgetrokken, met dat aller ongelukkigst
en droevigst gevolg, dat het zelve geweer, welke doen eerst bleek
gelaaden te zijn, tot aller verbaasing en ontsteltenis Losging,
en den Zo Even genoemde Persoon van C: G: Richerier, in
het onderlijf troff, Zijnde naderhand gebleeken, hij daar door
Swaar was gewond geworden.-
Dat Zo wel den Suppliant als de andere personen van 't
gezelschap niet hadde verzuijmt, om daadelijk alle hulp middelen
aan den ongelukkigen gewonden stechner te appliceeren, terwijl
den Supliant zonder tyd verzuim was gaan afhaalen, de
persoonen Johan Hendrik Witte, en Gerrit Eifsinck, de Eerste
Meester op het Schip van Capitain I: Lielekendij en de Tweede
Meester op het Schip van Capitain A: Moll; beiden op hunne
Scheepen voor, off digte bij de Plantagie Descanso zig bevinden,
„de, die Zig ook met den Suppliant dadelijk na den gewonden
hadde begeeven, en aan den selve die middelen toegedeeld, en
verbanden gelegt, welke zij voor den Patient dienstig oor„
„deel de,
Dat den Suppliant dit on voorsienen ongeluk overgeko„
men zijnde, hij ten einde ten allen tijden van Zijn onschuld te
kunnen doen blijken, van de bij het gemelde ongeluk præesent
geweest zijnde Personen met name hier voren gemeld, Een
verklaring