Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.03, inventarisnummer 8, pagina 53

7
landen niet alleen waren
streckende achter de planta
gie vande Juffrouwen Halewij
maar oock voor namdwtlijck
achter de landen vande voorn:
supplten, en oock daar bene
vens versocht meas haar
Ed: Achtb goet mochte Vinden
aande gem: Juffrouwen to
te staan het land aan dersel„
vergrond gelegen, als dan d
supplianten insgelijcks ijder
met de Landen, achter ijder va
hunne plantagie gelegen, te
beneficeren, vermits het ver
soeck van wegens de Juffrouw
Aldwyn gedaan, toegestaan
werdende, irreparabel nadeen
en prejuditie aan plantagie
van hem Cheralier en die
van Paul Amsmeg voorsz
soude werden toegebracht,
dat ey supplten te dier tijd
berickt sijn gewerden, dat
de voorsz Reg.te met de bijlager
daar toe specterende, kort
daar aan soude wesen ver
sonden aan den Gouverneur
de Gruijter, ten eijnde haar
Ed: Achtb te dienen van
bericht, sonder dat omtrent
de sake ten principalen soud
mogen disponeren waar op
—
sij supplten met redenen
vermeijkt
Vermeijnt hadden gerust te
konnen sijn, ende dat niets
in derselver nadeel soude
werden gedaan of gesenteert
zonder het bericht bij haar Ed
Achtb prealabel gerequireert
het echter den voorn. Simon
Van Haldwyn, soo bij Supplit„
onderricht worden, des niet
tegenstaande gelust hadde
twee Negros van gemelte
Ampsing, hout kappende
op de gront of linie recht
achter de gront van hun
meester, in het fort te doen
brengen, onder voorgeven,
dat het land gelegen achten
der beijder supplianten
Plantagien, sedert aan gem.
Juff van Halewijn soude
sijn uijtgegeven; Ende
dewijle sij supplten niet
konnen getooven dat haar
Ed: Achtb, sonder het gereqin„
reerde bericht becomen te
hebben, of sonder eenig re
guard altoos op derselve
voorgem: seer ootmoedige
supplicatie den 3. Septemb
1766. aan haar Ed: achtd
gepresenteert, tot hun
nadeel soude hebben gelieven
te disponeren van gronden