Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.02, inventarisnummer 5, pagina 22

Van Suijll van Zuijlen
Rouse
Wichers
met den Griffier Fagel.
Miss: van den oud Adr
Boilt zig excciseerende
om reedenen bij de Misse
geallequeerd van ’t aannemen
van de Post van Secretaris
2 dankt voor ’t reguard
op zijn Perroon geslagen
goedgeb=n die Post te offereeren
den 2=e oud advoraat
de kempenaar door eene gelijk
luijdende Missive
geexhibeerd een Missive deeze morgen bij
hem ontfangen, van den Eerste oud advocaar
van de geweezene West Indische Compagnie
Roëll geschreven te Amsterdam den 9 deezer
houdende antwoord op de Missive die hij
Griffier ingevolge de authorisatie op den
5 deezer door de Heeren stun Hoog Mogende
Gedeputeerden daar toe op hem verleent
aan gemelde oud advocaat geschreven had
om aan hem in de eerste plaats uit den naam
van welgemelde Heeren Gedeputeerden t iffe„
reerende post van Secrelaris van de Intenw
Directie het voorsz antwoord medebrengen
te dat hij oud advocaat om reedenen
bij de voorsz: Missive gedetailleerd zig van
de aanvaarding van de voorsz post moest
Excuseeren met betuiging szijner Erkentens
voor het regeerd op zijn Perzoon geslagen
Waarop opdelibereerd zynde is goedge
vonden en verstaan dat de voorsz Post
Van Secretaris van de Intenms Directie
ingevolge het geen dien aangaande op
den
35
den 10 Januarij 1792
den 4.e en 5 deezer in het Besogne geresol
voerd is, als nu uit den Naam van de
Heeren A Hoakeg: Gedeputeerden
tot de meergemelde Interims Directie
gequalificeerd zal worden geoffereerd aan
den tweeden oud advocaat van de gewee
„zene west Jndische Compagnie de kem
„penaer; wordende ten dien Einden de Grif„
„fier Fagel mits deezen geauthoriseerd
aan denzelven een gelijk luidende missive
toe te zenden.
Aan den tweeden oud
Wel Edele Gestrenge Heer
Advocaat der geweezene
4r st Jndische Compafiie
„De Heeren Haar Hoog Mogende Gedepu
„teerden welke met den 1:' deezer loopende
„ maand de Directie ad Intermover de Colo
„nien van den staat, gehoord hebbende
„onder het Octroij van de nu Gedesolveerde
west