Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.02, inventarisnummer 5, pagina 10

9
6
worden.
den 30 december 1791
Dat Bewindhebbers uit de voorhanden
Ad:
zijnde Penningen, de obligatien en alle de
andere Restante schulden, die ten lasten
van de Nieuwe Directie zoude kunnen
koomen, betalen, waar door op ’t Einde
van ’t Octroij. de Cassa wel zo veel minder
maar ook het beloop der schulden geringer
zal zyn, en zullen voorts zorgen dat de
Cassen, op het Moment van ’t Eindigen
van ’t Octroij geslooten worden.
Ad:
Dat dit dient te geschieden aan Htaan
Hoog Mogende Gedeputeerdens, aan wie
van tijd tot tijd ook de maand staaten
moeten worden overgebragt
Ad J
Dat de zelven moeten gerenvoijeerd worden
aan de Directie van Haar Hoog Mogende:
Ad 8.
Dat de Heeren Haar Hoog Mog: Gedeputeer
„dens begrijpen, dat ingevolgen het Octroij
aan de Colonie Berbice verleent den 6 Dec.
1732 het van zelfs spreekt, dat na de Expira
tie
G
den 30 December 1791
Ad 9
Ad 10
Ad: 11
Ad 12
tie van ’t Octroij van de West Jndische Comp.
ieder van de Geconvenieerde zynde Partyen
weederom te rug gebragt worden indien staat
als zij waaren voor de Conventie.
Dat de Manifesten zullen geteekend worden,
door een Lid ende Minister zo als op Ar„
„tikel 1 staat omschreeven.
Blijft Gereserveerd.
zo als Hier vooren op Art:l 9.
Dat, al wat uit kragt van een Authorisatie
van de vergadering van Tienen plagtgedaan
te worden, moet nu geschieden uit Naam
van Haar Hoog Mog: terwijl deeze Borg
togten nogtans kaunne gesteld worden ten
behoeven van Commissarissen.
En omntrent het Hoofd der Commissien
en Documenten word begreepen dat gesteld
dient te worden Raad der Colonien zynde
deeze Naam, reeds door Haar Hoog Mogende
vastgesteld en best geschikt, om zo veel moge
lyk alle veranderinge voor te komen
Dat