Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 8, pagina 84

schriftelijke Consideratien, zoo nopens de poincten van be„
schrijvingh als andere zaeken, dewelke ter deliberatie van
deeze vergaderingh gebraght zullen werden, waerop gede
libereert, ende geconsidereert zijnde, dat bij de resolutien
door deeze vergaderingh successivelijk te neemen, blijken
zal, hoe verre van de bovengem: missive, eenigh gebruijk
gemaakt heeft kunnen werden, zoo is goetgevonden, ende
verstaan, de voorsz missive voor notificatie aan te neem
De Heer President heeft aan de vergadering voorgebraght het
eerste poinct van de beschrijving, houdende, dat ieder Camer in
den aanvangh van de Vergaderingh van Thienen, rapport
zal moeten doen van de verrightingen, dewelke bij de Cameren
in het generaal, off bij ieder Camer in het bijzonder uijtgevoer
ende ter executie geleght moeten werden, mits welke de Heere
Gecommitteerdens van de praesidiale Camer van Zeelandt
cirenmstantieel rapport gedaen hebben van derselver Verrigh
tingen, agtervolgens de Commissoriaale resolutien van deeze
Vergaderingh, aan de voorsz: Camer gedemandeert, ende aldaar
breeder geëxtendeert, waerop gedelibereert zijnde, is goedtge„
vonden, ende verstaen, haer EE. gerapporteerde te approbeeren,
Ende Wel gem: Heeren Gecommitteerdens voor haar genomen
moeijte, ende gedaan rapport te bedanken.
De Heeren Gecommitteerdens van de Camer Amsterdam, heb„
ben achtervolgens, ende in voldoeningh van het eerste Poinct van
de beschrijvingh, omstandigh rapport gedaen van ’t gunt aan Wel
gem: Camer aanbevoolen geweest is, bij successive resolutien
van d'eeze Vergaderingh, ende aldaer breeder giertendeert, Waer
op gedelibereert zijnde, is goetgevonden, ende verstaen, haar EE:
gerapporteerde te approbeeren, ende welgem: Heeren Gecom„
mitteerdens voor haare genomen moeijte, ende gedaen rapport
te bedanken.
Bij welke occasie door welgem: Heeren Gecommitteerdens
geëxhibeert sijn twee Lijsten, zoo van de officieren, als ma„
troosen, dewelke gevaeren hebben op het schip de semgaleij
schipper Gerrit de staen, ende genomen, ende opgebragt heb„
ben het schip de drie Merries, schipper Thomas Thompson
ende de With moor Galeij, schipper Christoffel Bowndt, bij
resolutie van den 3:de October 1729 gerequireert, ende daar
uit gebleeken zijnde, dat de onbetaelde buijtgelden niet
meer vendeeren, als ƒ1746: 9: 8 ende dat door de voors. offi„
cieren, en matroosen, Continueele instantien bij deeze Com„
pagnie gedaan werden, omme het voorsz buijtgelt mede te
erlangen, zoo is onaangesien de proceduuren, dewelke in
57.