Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 8, pagina 35

Amsterdam bij deesen te versoecken, ende te qualificeeren,
om een bequaem predicant Voor ELmina aan te nemen, en
de te versenden.
Op het geproponeerde van de Heeren Gecommitteerdens van
de Camer van Amsterdam, in Overweging genomen zijnde, dat
welgem: Camer in conformité van de resolutie van deeze ver
gaderingh in dato den elffde september 1726 bevoecht is geweeste
om aan de Officieren, en verder scheepsvolck, gevaren hebben
de in dienst van de Camer stadt, en Landen, met het schip de
sem galeij, te betaalen het buijtgelt van de Loirendraiers —
scheepjes De Withmere, schipper Christoffel Barendt, enden
de drie Marias, schipper Thomas Thompson, ende Waaraan
door op gem: Camer is voldaen ter tijdt, en wijlen toe, dat
daarover proces ontstaan is voor haar Hoogh:t mog: incas van
revisie, ende dienaangaande in aghtingh genomen sijnde, dat
door de Camer van stadt en Landen werdt gesustineert, dat men
(onaangesien de voorsz: proceduuren) met deselve betaaling
behoort voortegaan, geconsidereert maar eenige Wijnige het
voors. buijtgelt niet hebben ontfangen, door absentie, off an
dere toevallen daar in belet zijnde geweest, zoo is goetgevon
den ende verstaan, de Camer van Amsterdam bij deesen ten
8.
Versoecken, om in de volgende Vergaderingh van Thienen, te
6„
exhibeeren een specifique Lijste, zoo van die geenen, ’t zij
Officieren, off matrooren, die het voorenstaande buijtgelt van
ontfangen hebben, als ook van die geenen, dewelke nogh
deficieren, ten eijnde als dan daarop finaal te resolveeren,
ende immiddels zoo om deeze redenen, als mede ter oorsake
van de absentie van de Camer van Stadt en Landen, dewelke
in de meergem: zaak meest geconverneert is, alles te Laa„
ten in statie.
De Heeren Gecommitteerde van de Cameren het noorderquar
tier, heeft achtervolgens, ende in voldoeningh van het Eerste
Poinct van de beschrijving rapport gedaan van ’t gunt aan
de gedaghte Camer aanbevolen is geweest, bij successive reso„
lutien van deese vergaderingh, ende aldaar breder geexten„
deert. Waerop gedelibereert, ende welgem: Heer Gecom„
mitteerde voor sijn genomen moeijte, ende gedaan rapport
bedankt weesende, heeft de vergaderingh Verklaart, ’t zelve
te approbeeren.
De Heer President ter Vergadering voorgebraght hebbende
den inhoude vande Commissoriaale resolutien, concerneeren„
de deresp:e Cameren in het generaal, zoo hebbende aanwee„
an