Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 8, pagina 33

Is geleesen het Credentiaal van de Heeren Hooftparticipan
ten vande Camer van Amsterdam, aldaar gesz: den 12:de der von
Leeden maandt september, gegeven ende verleent op den Hee
M:r Ferdmandt van Collen de jonge, Oudt president scheper
der voorsz: stadt, haare hooft participants bewinthebber.
Is geleesen het Credentiaal van de Heeren Bewinthebberen
ter Camer Amsterdam, aldaar gesz: den 6 der voorleden
maandt september, gegeeven, ende verleent op de Heeren
Philip Hack, Commissaris, M:r Willem Backer dirksz,
Oudt president schepen, ende M:r Jan Van Loon, Oudt
schepen, en Raadt der voorsz: stadt.
Is geleesen het Credentiaal van de Heeren hooft participan
ten van de Camer van Amsterdam, aldaar gesz: den 12 deesen
gegeeven, ende verleent op de Heeren Joan van den Velden,
ende Jacob Balde, Heere van Loenen, haare Reekenmeester
den een den ander vervangende.
Is geleesen het Credentiaal van de Heeren Bewinthebberen
van de Camer in het Noorderquartier, gesz: tot Enkhuijsen
den 19 der Voorleden maandt september, gegeven, ende ver„
Leent op den Heere M:r Theodorus Saskerus, regerendt Bur„
gerieester der stadt Alekmaar, Waerop gedelibereert
zijnde, is goetgevonden, ende verstaan, dewijl alle de voorsz:
Credentialen in behoorlijke forma gevonden sijn, de gezament
lijke Leeden van deese vergaderingh, aangenaam te verklaaren
De Heer President heeft aan de Vergaderingh overgegeven een
missive vande Heeren Bewinthebberen van de Camer van
stadt, en Landen, gesz tot Groningen der 27 der voorleden
maant september, ende aan de presidiale Camer van zee„
Landt geaddresseert, houdende redenen, waarom de respecti„
ve Leeden van deselve Camer zigh exeuseren, deeze jegenwoor„
11.
dige Vergaderingh van Thienen bij te woonen, Waar op ge„
delibereert zijnde, is goetgevonden, ende verstaan, de voorm:
missive voor notificatie aante neemen.
De Heer President heeft aan de Vergaderingh voorgedragen
het eerste poinct van de beschrijving, houdende, dat ieder
Camer in den aanvangh van de Vergaderingh van Thienen,
rapport zal moeten doen van sijne verrightingen, dewelke
bij de Cameren in het generael, off bij ieder Camer in het
bijsonder uijtgevoert, ende ter executie geleght moeten werden
mits welcke de Heeren Gecommitteerdens van de praesidiale
Camer van Zeelandt circumstantieel rapport gedaen hebben