Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 589, pagina 19

als een onwaardig Cevaar die niet meriteert, dat men an
hem de gemeente gedie Christi kome entebetrouwen
Myne Hteren, myn hertgrondelijke amp; gantsz eerbiedige versoek
in vriemoedigheed e, UEE Getbs te bidden mij dese genste toe te staan
van mede Communieeringe van sulke perzonen, die sna alle
waarschynlykheid, my by UED GetB zoo swart hebben gemaakt,
dat iek een missive van datumo 4. July 1741 ontfangen hebben
sall een rescripti op een brief door de gehelee Eerw kerck
seenraad deses Eijlands gedateert 21 april 1741 2die mij
hart a: zeel doorwordet heeft, amp; dewelke dat Sampts eer
& plichtshalven hebben gevorrdeelt, in de Eerw: kerekkengaad
dezelve voortelesen, als zynde mede op kenderen van seste
christis gemeente alhyr, met versoek an heen Eerwaarden
van uil testimonieem der waarheid desen angaande te geven
Miyjne Hteren iek stellen mij bloot voor de grootste een sure
by uwedGet Baarhedens, en het wel Eerw: Classis van
amsterdam /waaronder dat behore) by aldien myne viean
den hais gerdvee onwaarheden konnen veriseeren, alzoo
het waarlyk in de grond een Laster is
T. ombelangende het inste articul met relatie op min
aripts waarneminge &cB Daarop repliceren en alle
Eertbiedigheid, dat iek mij stont make Myne Heren,
dat niemand alhier my sulx in facie soude durven anseg=
gen, alzo altoos getragte /dit betuige iek in alle nedrig=
heed, op de heren zy gedankt voor syn genade & ondersten
ringe ) mijn amnt 2; plicht getrouw waartenemen: gelyk
dan ook de wel Eerne: krkkenraad deses Eylands niet
gemanqueert hoeft op gedaan versoek door my an hunr ees„
waarders, een testemonieem met relatie op het waarnem
mynel ampts & plichts te geven sin desen ingesloten
TuweEvhetB wordende toege schikt) in welke getuuig
gerisse gevinge hen Eer. betuigen, dat het ampt getrouwrijk
wat waargenomen: iek weet ser wel Mijne Heren Lant„
iek myne Gebreken hebben, al de kostelijke schat in een

aarde vat omdragh, maar agter soo is dit uin veredighijd
bij mynen god, dat hebbende getragt na myn swak vernogen
mij te quiten als een getrouw dienstkreyt mynes begen ses
Tofschoon het ampt een geduirige tijd hebbende waargenomen
met zugtingen ip tranen hy dan ook myn getuigen in den kemel
is, adie mij kentis ende hoogte Tob: 16: 19 in de Gdvan
ruum elf jaren in dit Land mijner vreemdelingschap, als Le„
haar, ie myj noijt ijeetsz dedes den gaande ter niom waarneming
des ampts, overloosheed, mindigilatie voorgehouden noch
privatim noeh publice, op door den Directeur of door
den Contrerolleur, of door riemand zo binnen dls bin„
ten de gemeenteg tehwyl het 5: Erangeliem reeds den
gemeente van Caracao deore mij es verkondigt van het
„Jaar 1728. tot op: heden zoo buiten afs in daste
3
bedieningeen toe
Dat er Moulatten ap moulatinuen srijnde vier geboovenen,
of vriegegeven menschen, &ap dus actueele geen slaven,
door my in daar toe gehondene kiid Cottegisater zijn
onderwesen, gecathege zeert, d als dedematenr der sijek
angenomen, zulx kan het kerekacte Boek anwijsen,
Myne Hterek wat piede Cont mijner Radecesteurs,
van den Iare 1673 tot op 1730. heeft ooijt een moullatos een
monlatten, een negerman, of negerrinne, Ledemantden
kerck gemaakt, zoo deselve actueel slaven waren 2
wat occasie word hem daar toe gegeven zynde de blan„
seen Coe goede &godvrugtige buiten gestelt niet te versng
deren tot het Cathegizeren, 2mp; souden dier het hien slaven
toestaan, welke aebeiden moeten als het redelose vee 2 Een
zaak, die in dese plaatsz beter kan nagespoort worden als
in patria