Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.02, inventarisnummer 1191, pagina 8

Ben seer gevoeligh aan de Goedheyd die UwelEdele Groot Agtbaare
gelieve te betuygen in t deel neemen van de rampen en ongelukken
van de arme opgeseetene deeser uwelEdele Groot Agtbaare Collonie
en de attentie die UwelEdele Groot Agtbaare daar omtrend gelieve
te verleenen.
ik zal voor soo veelt mij mogelik is de sterkste beweysen bij
een versaamelen weegens de reeds aan UwelEdele Groot Agtbaare
gedaane Klagte over de Hosteliteyten ende pradatien der Engelsche
en van dien dewelke nog int gevolg van tyden genoodsaakt sal zijn
te doen en deselve aan UwelEdele Groot agtbaare overzinden. in hop
en verwagting dat deselve van sodanige uitwerking moogen weesen
dat s00 geen redres ten Eenemaal verkrygen. ten minsten Eenige
Conlaas en verligting mogen verwagten
vinde my wederom genoodsaakt onse ongeluckige sitnatie en
rampen waar onder wy sugten aan UwelEdele Groot Agtbaare
voorte houden.
sedert eenige weeken; dit Eysand weederom als geblocqueerd gewees
door drie a vier Engelsche oorlog scheepen en Eenige particuliere
kaapen, van die natie. dewelke alle hollandsche vaartuygen
dewelke van de fransche Eylanden inkoomen of daar na toegaan
neemen en weg sleepen, en sonder eenige forma van Proces
dewelke Lang daar na geschied. de inhebbende Laading van desclva
Lossen en vercoopen. en gebruyk vande vaartuygen maken
en syn soo insolent dat sy onder de Vlag ent geschud. op alle
de inkoomende en uitgaande vaartuygen schieten en Iagtmakean
en deselve visiteeren. soo dat ik genoodsaakt ben dikmaals
op haar vande Forten en batteryen moet Laaten vunren, om haar
Jnsolentie te betengelen ende vaartuygen te provicteeren.
’t arme hollandse zee volk dat van sommige van de Oorlog scheepen
—
genoomen worden. syn geplundert en uitgeschud onder Hoogh
vande Commandeerende officieren. en aan Landkoomende
—
voor maanden Lang en gevangenhuysen gesch: waar vande
—
gevolgen soo er geen verandering en komt. of protictie
tegen deese Geweldenaryen vergant worden. de droevigste
sullen sijn die men sig kan voorstellen. om de volgende reeden:
’t klyn bestek van dit Eyland kan de inwoonder die daar
—
thans op sijn niet maintineeren sonder de Commincie en
Navigatie
want t getal der Inwoonden is Connderabel meerder als in voorige
daagen. aangeloekt door de vryheyd van Commencie en navigatie
die door de kepublicq bij Tractaten bedongen is. —
Verschijde en wel 't grootste gedeelte van deese in en opgeseetene
hebbe geen andere resoince en uitkomst so om haar bestaan
als omt gunt sy door de Engelsche berooft syn weeder te winnen
dan deese Commercie en Navigatie
andere welke met swaare onkosten en groote Jndustrie. uit
de zee Land hebbe aangewonnen om daar Pachuysen op te
bouwen ter bevordermy en faciliteering van de Commercie
bevinde sig nu door de stremming van dien omtblood van haare
Capitaalen daar aan te kosten gelegt, neevenst verlies van haar tyd
en arbeid door ’t rentiloos leggen van die gebouwen:
al 't welk de grootste Jammer. Elende en Armoede naar-
sigh moet sleepen. sodanig dat een ider zyn rinne en ondergangh
te gemoet siet. welk de inkomsten van UwelEdele Groot Agtbaare
ten Eenemaal sal doen Cesseeren en ophouden. en deese
so wel geleegen Collonie voor Commiscie en navigatie. in —
een wildennisse sal veranderen
hebbe den Commandant Abraham Karené voorgesteld
volgens UwelEdele Groot agtbaare ordres soo als de Een gehad-
hebbe reeds by myne voorlge aan UWelEdele Groot Agtbaare
te melden
hebbe de Eer uwelEdele Groot Agtbaare en derselver
Jllustre famillien in de protestie Godes aantebeveelen
en my met Eerbied, en onderdanigheyd te onderschryven:
WWelEdele Groot Achtbaare HHeeren
UWelEdele Groot Agtb.
seer onderdanige & seer
gehoorsaame Oinaale
Jandewinas
SEustatius den 10 Novemb: 1760—
2
3
36
8
„
hen
3
2