Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.05.01.01, inventarisnummer 4, pagina 15

Translaet vande propositie van
heeren Andrada ende de Castro ambasso
„deriis vanden Conrinck van portugael
tot miinster overgelevert aenden heer
plempotentiariss vande Ho: mo:
Heeren Spaten Generael aldaer
den 8.en novemb„ 1646
wij en sullen aen haere Rac.te del heeren ambassadeur
vande Ho: ho: Heeren staten vande vereenigde meden
landen, niet trachten wijs te maken, dat den doorlrcht
„tigsten Coninch van portugael onwetende Is geweest
vande revolte der portugijsen in pernambrico, want dat
Js klaerder als het licht van de son, ende daer tegensen
Js net bewesen ofte geposeert, Jae somen op presumntie
wilden gaen, delselve bewijsen voor den Coniinck soo sterck,
datse dandere sooder eenige sijn terstont wechnemen,
want hoe soude het mogelijck connen wesen dat sij
dese luijden soo verre aff gelegen, ende soo vremdt van —
onsen handel tot oproer soude verwecken, ofte Jmmers
dat hij macht hebbend om del selve tel bewegen sulcx
niet souden wt gestelt hebben tot bequamer gelegent h.
soo dat bij aldien Jmant sonder passie de saeke wil
Reanunneeren, de selve lichtelijk sal vinden, dat den
Coninck van dese seditie onbewistts,
dit toegestaen sijnde Is het ten hoogsten tel beklagen
datter tusschen den doorluchtichsten Coninck, ende del
Ho: mo: heeren staten eenige oorspronck van twijft
rijst, de welcke door beqriame middelen ofte remedien
niet en wert weg genomen, ten eijnde den bant: van
het gemaeckte bestant van Treves niet en werdel
gebroken, ende het sal den Coninck ten hoogsten aengemaen
sijn, bij aldies van d’eene of d’andere kant middelen
werden voorgestelt tot reconcilatie vande vrientscap
Immers soodanige die doenelijck sijn,
want wij achten het t' eenemael onmogelijck
2: