Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9903, pagina 22

groot zoude zijn dat men thans daar
op niets naamwaardigs meer zoude
vinden, behalven dat eenige Liefheb
„bers den heer gouverneur in 't bijzo
der hebben versekerd, dat de visitati
niet naar behoren is geschied en
bij aldien men hen de visserij tot
wilde afstaan,
een redelijken
prijs
zij alles„m voor haar reecq: wilden
nemen mits dat den Laditaliven
moor uit zijne bediening en een
ander in zijne plaatse wierde ge„
„zel, en dat ook 't opperhoofd Cuijts„
„man bij de visserij of overde ge
„ comm:, die tot dezelve zullen wor
„den gebruijkt niets zal te leggen
hebben; en schoon men dus verre
wel geene redenen gehad heeft aan
de goede trouwe van ged:te opperhooft
in den dienst der E: Comp: te twijf
„len, zoo geeft dit aangehaalde egter
redenen van
bedenkingen, als of
med dit werk der visitatie niet
opregtelijk gehandelt was: waaromme
med unamine stemmen werd gere„
„solveerd op 't versoek der Liefhebbers
den tegenwoordigen Saditalien afte„
„zetten en een ander in dies plaatse
aan te stellen, gelastende de tutucorijn„
„se bediendens voor den aanstaande
altoos ten minsten een der Leeden
hunner vergaderinge tot 't visiteeren
der paarlbanken te gebruijken met
hunnen Equipagie meester en geene
zulke onoplettende menschen als
daar toe het Laast gebruijkt zijn,
werdende verders verstaan het opper„
Crijtsman die voor een spring
„hooft
„togtje herwaarts opgekomen is hier
aantehouden tot de visserij zal be„
gonnen zijn en zodanige gecomm:s
daar bij te verkiesen die de rang bo„
„ven hem zullen hebben op dat ged:
redenen
opperhoofd