Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 9487, pagina 21

Gereclameert zijn, en voorts den Rat: of:
Eijsscher g'injungeert, en zoo veel des noods
g'ordonneerd, bij Eene afgezonderde instan„
„tie tegens van der Linden, de novo te
ageeren, en den selven te Constringeeren
tot Een den Regten genoeg doende bewijs,
wanneer, waar ter plaatze, En van wien„
hij de dikwerff gewaagde twee staven
goud gekogt heeft, enz: onder vrijlating
aan den officier om zijne gesustineerde
actie tot confescatie van deselve, zoo
tegens den suppliant uit hoofde van be„
kende, weder Eijsscher, als tegens alleen
Een iegelijk, die Eenig regt of Eijgendom
daar op mogten vermeenen te hebben,
binnen den tijd van ses weeken, nagewoeg„
de pronuntiatie der sententie te insti„
tueeren
En des wegens in aanmerking komen„
de dat den suppliant geen mindere moreele
zekerheid voor zig heeft van onweten„
de tegen het verbod nopens den uitvoer„
van ongemunt goud gehandelt te hebben,
als dat de questieuse twee staeven de door
hem afgevaardigde zijn, dat gevolgelijk
van de streengheid der wet, ten belange
van de gedreigde Confiscatie in zoo ver„
re het densuppliant betreft, ten vollen
kan