Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8598, pagina 26

18.
Malacca, onder dato 26=en xber: 1709:
Vn
ten overstaan van den protempore fisch Simon Willem
decker voor twee gecommitt:s leden uijt den raad van justitie
den Capit: Luijtenant Iacob Palm en ondercoopman
Walzaven de Lelij relateerde dat hij in't begin van de maand
7ber: 1706: benevens eenen Paulus maskarimo, en desselvs
zoon gustingo met een kleene schep-praauw nae de water
Eijlanden uijtvissen geweest zijnde, des avonds omtrent de
Clocke negen uuren in het terug keeren, soo aan seker reviertje
paritchina gen„t bezuijden dit fortres gelegen gekomen waren,
door een vaartuijg bemand met vijff koppen, alle wel van
geweer voorsien, aangetast, en hij benevens gem: gustinjo
(als hebbende den derden Paulus maskarmijo zig uijt het
vaartuijg boswaard in begeven en alsoo gesalveert) door deselve
overweldigt, eerst nae zeeker groot vaartuijgh, dat omtr:
Cabo rochado lagh, en in hetwelke nog 12: dier schelmen
waren, gebragt, mitsg:s van daar met hetselve na zeekere
negorije bornam niet verre van slangoor gelegen en
naderhand om datse haar, vermits den relatuur van
hollandse ouders was, niet kopen wilden na pera vervoert
waren alwaar den Coning hem, en zijnmacker na sig
genomen hadde, dat de hoofden dier schelmen batim
Caring, en Pansika gen„t benevens nog vier hunner
mackers bintang tsjoetee, oessina en Sabar; zijnde
de laaste vier, vande vijff die hem gerooft hebben, alle
Johoreesen en ook onderdanen van dien koning; welk
relaas dan genoegsaam komt tebevestigen nog een
vorige op de 15:e 8ber: door een en Manuel nonis gedaan
en bij ons dagregister onder dien datum tevinden, alsoo
gem: Nonis daar bij komt aan te halen dat de hooffden
van de vaartuijgen die op den 29„e en 30„en maij a„o pass„o
hem,
E