Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8231, pagina 96

Van Macassar den 20 Meij 1756.
is nu weder disput geresen, volgens schrijven van den
Resident Contrier bij brief van den 28 Octob: 1755. dic-
„teerende dat den Ryks bestierder het Presente hooft
staande onder de E Comp: uyt zyn Campong verdreven
hadde, en aangezien in den Jaren 1727. een diergelyk
geval is gebeurt te sien bij de brieven van die tyden,
heeft men bij Resol: van den 4 Sept: des voorleden
Jaars goed gevonden tegens zulke gedoentens te pro=
=testere, en bij brieven den koning zowel als den Re-
=sident Eunstelyk derwegen te onderhouden, gelyk
uEd dat onder dato 7 nov: omstandig besz: vind,
daar het antwoord nog op te gemoet gesien werd,
dog hoe het zij hier moet niets in toegegeve worden
wil men het 5=e artic: van het Contract staende
houden.
Bima Eijgent zig toe het Land van de Mangarij
hoewel die van Gooh daar ook strand negorijen heb-
=ben verkregen bij huwelijks Goften als Tota en Rio
werwaards zij nu en dan wel eenige quaat doenders
van Prinsjes verbannen maar die aan Bema syns-
=baar zyn hebben sedert eenige Jaren hare tribuyt niet
na behoren gelevert, wordende door de Maccas saren
daar toe opgerokkent en ondersteunt en de Bimaneesen
hebben verscheijde oorlogs Expeditie na denwaarts ge=
=daan, maar komen geduurig met onverrigter zake
thuijs, gelijk erd uijt de brief van den 21 Meij 1755
van Bimas Resident sien sult, en in hoe verre
men de Bimaneesen hier in moet adsisteeren
kan urd sien bij Haer Hoog Ed:s aparte brief van den
20 dec: 1753. mitsg:s mijn gevoelen ten dien op—
=segten bij aparte afgaande van 25 Meij 1754.
hier voorwaarts onder Bima heb ik gesegt
dat de Gesanten van Tambora in name van haren
koning oedjong Pandang /alias / Abdul Saeijd
mede de Contracten beswooren hebben, hoedanig
deze
6