Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8194, pagina 32

Van Macassar Den 20„e Maij. A:o 1728. —.
Hoe het met den handel alhier is heeft
den Gouverneur Gobius voor zijn ver„
vanger den Gouverneur van Arrewijne
bij schriftelijke memorie (:in afschrift
tans hier bij gaande :) ter nedergestelt
waertoe men zig Eerbiedig gedraagt
om rediten 't evateren. —
Nog vinden wij niets uijt te denken dan een
Absoluten tegengang van alle vaard en han
„del der boeginesen, Wadjoresen, Torijeners,
of Badjoos en voorts van alle onchris„
ten en inlanders dog sulx salteijd en over
leg vereijsschen, zoo als dat bij voorsz: me„
morie aangeroerd staet. —.
Den Gouverneur van Arrewijne zal
in devoiren en goeden wil niet ont
„breeken. —.
thain blijft voor als dog
De Continuatie der possessie van bou
Nademaal het hof van bonij uijt een
imaginaar gesag op 'sComp:s grond en
of om dies vrewel en hoogmoed nog in ge
breeken blijft d'E: Comp: te kennen of de
mont te gunnen omthiende vrijheijt te
ganderen
mogen hebben, zoo blijft men ook aenhoue
den tot dies voldoening, na het geene aen
getekent is bij onse resolutie en nog
jongst bij die van den 30„e Januarij 1728.
Wij vertrouwen ook dat de ministers
seer wel hebben gedaan dat zij het land
schap Bouthain in possessie hebben ge
houden om redenen in onse voorige van
15. julij 1717. en 30„e Iulij 1721. ter deser Ma„
terie vermeld als meede dat men het regt
derthiende hadden gehouden op de land
schappen van Bonto, Pannb, Pantsilie
keklan en anderen schoon men de in
komsten als van wijnig belang Zijnde
voor een tijd aen den nieuwen Koning had
overgelaeten met intentie om Comp:s regt
van eijgendom bij versterft op die landen
Levendig te houden maer gelijk uwE: bij
haare brief van ultimo februarij 1725.
wel ente regt aanmerken hadden de minis
ters wel wat meerder kordaatheijd mogen
gebruijken tegen den koning van Goa
der negotie een zoo sobere memorie voor
zijn vervanger heeft naargelaten als
wij onder de papieren sub dato 24=e
maij 1724. hebben ontmoet waer in van
in van de negotie niets vermeld staet
nogte op wat wijse s Comp„s intrest in
deese landstreek moet behartigd wor„
den zulx dan de ministers bij dersel„
verbrief van 14. 8ber: 1724. ook geen
swarigheijd maaken van te zeggen dat
zij niet konnen uijtdenken waar door de
lasten eenigsints souden konnen vermin
ders ofte de winsten vermeerdert worden
want als men voor een nieuw aenko„
„mend gouverneur geen genoegsaame in„
formatie nalaat van den presenten toestant
des Gouvernements en waer in het meeste
intrest van d' E: Comp:e in zodanige lant
streeke bestaat kan dezelve niet anders
dan met verloop van veel tijd beginnen
te speculeeren op wat wijse zoo wel
de lasten verminderd als de winsten
zouden konnen g'augmenteerd worden en
het gouvernement zoo veel mogelijk in
beter staat worden gebragt. —.
als
vlingeandt

6