Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8138, pagina 28

houtwerken gemaakt.
gedaan.
om zekeren Prins van Palo, Marewa genaamt, /: van welken
wartoe dat vartig nader anglegt is persoon wij de eere zullen hebben uw Hoog Edelheden in 't
vervolg nadere elucidatie te geeven:/ met zijn gevolg na
Manado over te voeren, en van daar met een lading Rijs
herwaarts te keeren; Sullende de Resident van Tullabss„
inmiddelen tijde door ons werden gelast om, zoo spoedig
doenlijk is, nog een partij goede houtwerken te laten kappen,
om deselve, bij te rug komst van de Mossel, van Tullabestij
te laten afhalen. dog vinden ons verpligt uw Hoog
Edelheden op 't eerbiedigste onder 't oog te brengen, dat'er veel
te veel op hef van de in voorraat leggende te grooten op het is gemaakt, van de balken en planken
die op evengemeld Eyland, en op de overwal van Halmahera,
in voorraad zouden zijn, naden men nu met zekerheijt onder„
„rigt is, dat'er thans geene houtwerken op Xullabessij meer
gekapt leggen, en ook van die bouwstoffe weinig of niets
op Halmaheira gereet legt en aftehaalen, gelijk mede,
tragheit de sedoreden in'thout kappen. dat de Tidoreesen zeer zelden tot het kappen van hout aan de
overwal te promoveeren zyn, zonder het genot van kostbaare
voor mi't verstrekkingen van gelt on lijwaten, waar na de
leverantie nog doorgaan zeer langzaam en gebrekkeg voort„
„gaat, en dus ten uittersten schadelijk ui'tkomt; van welke
stelling het voorig ministerie ondervinding heeft gekreegen
bij de gedane voor uijt verstrekkinge aan de Tidorese hout„
schdelijk o ut vertakange an e kappers, die bij de leverantie van 60:- ijzer houte planken,
en