Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8116, pagina 77

65
Van Ternaten onder dato
dit voorse nog versoek doet
met het ord: geschenk
mag begunstig werden
't welk hem onder voor
houding van sijne slordige
behersing sijner negorij
is van de handgewesen met
bij aldien zig na d'ordre
„heid ten desen opsigter
daar tlandheertje en
ter nakooming van zijn
seeven ged: pensselen
maleijde briefje aanden
zonden begiftigt werden sois hem blijkens dag register van evengem datum
bij deese occasie sijn slordig en onagsaam gedrag nopens de behersing zijner
negorij voorgehouden, benevens zijne ongefundeerde klagten over
deese en geene die hij voorgegeven had dat van t leven wilde beroorens
mitsgaders hoe sorgeloos hij alles in zijne negorij en affgedaan
en op zijn beloop leet, waardoor sijn gezagen ontzag in sooverre
ter Leen gesteld wierd dat selfs moord en doodslag daar gepleegt
en staffeloos gepasseerd wierd met aanwijsing hoe dit door de
woedel. van een Capit: Johannes magiol was overgekoomen
den kerk maringoe Noach genip dat voorts d' EComp: van
haare mildadige gewoontens noijt was affwijkende, ten
waare haar daar toe overvloedige redenen gegeven wierd gelijk
dit voortje werd aangetoond in zijn gedrag te renderen, dat ingevalle
men ook quam te vernemen, dat sij het wel sijn sijner negorij
ter harte nam, en zyn werk maakte om door alles na 's Comp: ordre toesegging der afgave
tereguleeren, mitsgaders inhouden van d' E: Comp: overgaffden der E: Comp: quam
hier vorens gemelde Capiteijn Mageal dat d' EComp: hem dan niet te gedragen
minder als anderen de tekenen haarer genegentheid sonder laten
genieten, het welke wel eenigen ingang bij dat potentaat je schoon
te hebben, en hem deed belooven van in't vervolg attenter te zullen
wesen op het bestier zijner negorij maar maakten even wel
onder voorgeven vandaar toe onvermogen te zijn swarig„
„heid om voorm: capt: in henden van d' E: Comp: te leeveren, en
versogt dient halven dat hem mogt gepermitteerd, worden, om
voorsz: Capiteijn overhoopte laaten schieten, dog daar en tegen g'a„ g'advanceerde swarig„
vanceerd werdende dat wanneer het waarlijk zijn intentie
was om den meer gementioneerde capiteijn aan d' E: Comp:
te willen overleeveren, zulx bij arme op sijn negorij wel komen
werkstellig gemaekt werden, vermits voorsz: capiteijn de verthooning v: zijn vermogen,
als dan buijten twijffel zijne ordinaire Eerbewijsinger
bij hem na ondergewoonte wel zouden komen affleggen,
bij welke occasie dit sonder veel opschudding konden ge„
schieden, door voorsz: koningje niet veel op antwoorde, het welke
men wil toeschrijven eensdeels aan de vrees de welke dit Coningje voor even onder vementv: afscheijd
geciteerde Capt: en zijnen aanhang heeft en anderd deels aande prentagie,
die er tusschen hem beijden is onder het neemen van affscheijd gaff dit
voors
belofte
gouvern: over waarbij