Blader door transcripties » Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland

archieftoegang 1.04.02, inventarisnummer 8116, pagina 67

55
Van Ternaten onder dato
de klagten die hij over
Huijsen quam te doen
met bekent making dat
Zerg: tot manado was aange„
tot moedig dat gem: van
verplaats dog of schoon
aan te koomen, mitsgaders dat hij over het gedrag van den
daar geposteerd leggende Zergeant Anthonij van Huijsen den Zerg:t A: van
aan den manadoneesen resident geschreven en hadde wien
hij sustineerde beeter in staat te zijn om ons dient wegen
verlag te doen, gelijk dit geschiet is bij des residents briefje
van den 7:' Julij met Commucatie dat een op Chiam bescheijden
Corp:l Pieter Plazier, benevens den inlands schoolmeester den corp:l paijsier sonder
Hendrik Abrahams, sonder bevoorens permissie verkregen voor kennisse van dies
te hebben van den Commandant voorm: bij hem waren aangekomen komen
om over evengem: commandant haar beklag te doen, onder betui„
ging dat zij het daar niet Langer konde houden invoegen
als de Loning, prinsen, en rijx grooten bittere klagten over hem
hebbe uijtgestort bestaande in onreedelijke afperseng huuner
goederen dwingelandij en andere seer slegte stukjes, meer
versoekende zeer ootmoedig dat voorsz: commandant van snsteerende ged: hoogheid
huijsen mogten verplaats en een ander in sijne stede huijsen mog werden
daar aangesteld werden, gelijk zulx naderkomt te blijken
bij de translaat maleijdse briefjes, de datis 6. 12. en 30:' maert
deses Jaars van den goegoegve voors: Corporaal en meester,
en dien Coning van Chiain en bij nog eenslag schrift van
Pieter paverius en David Samadie op manado
aan den resident sub dato 5:' meij Jongsleden overgegeven
alle onder de bij laagen overgaande voorts heeft
den resident ontfangen een briefje van den com„
mandants zelfs de dato 8:' april passato:
waar bij dien Commandaat sden
Corporaal komt te beschuldigen
weegens verscheijde feytel
ik
heeden